Tyska | Holländska |
---|---|
exploitieren [exploitierte; ist exploitiert] Verb | uitmelkenwerkwoord |
die Explosion [der Explosion; die Explosionen] Substantiv | explosiesubstantief ontploffingsubstantief uitbarstingsubstantief |
der Exponent [des Exponenten; die Exponenten] Substantiv | |
der Export [des Exportes, des Exports, des Export; die Exporte, die Export] Substantiv | |
exportieren [exportierte; hat exportiert] Verb | |
expreß | speciaalbijvoeglijk naamwoord |
der Expreß Substantiv | |
das Extemporale [des Extemporales; die Extemporalien] Substantiv | |
extra | |
extrahieren [extrahierte; hat extrahiert] Verb | |
der das Extrakt [des Extrakts, des Extrakts, des Extraktes, des Extraktes; die Extrakte] Substantiv | |
die Extravaganz [der Extravaganz; die Extravaganzen] Substantiv | buitennissigheidsubstantief buitensporigheidsubstantief extravagantiesubstantief |
extrem [extremer; am extremsten] Adjektiv | bovenmatigbijvoeglijk naamwoord ergstbijvoeglijk naamwoord extreembijvoeglijk naamwoord uiterstbijvoeglijk naamwoord ultrabijvoeglijk naamwoord |
die Exzellenz [der Exzellenz; die Exzellenzen] Substantiv | eerwaardesubstantief excellentiesubstantief hoogheidsubstantief majesteitsubstantief |
der Exzeß Substantiv |