Tyska | Holländska |
---|---|
Ex- | voormaligbijvoeglijk naamwoord |
exakt [exakter; am exaktesten] Adjektiv | accuraatbijvoeglijk naamwoord exactbijvoeglijk naamwoord juistbijvoeglijk naamwoord minutieusbijvoeglijk naamwoord nauwkeurigbijvoeglijk naamwoord preciesbijvoeglijk naamwoord scherpbijvoeglijk naamwoord secuurbijvoeglijk naamwoord stiptbijvoeglijk naamwoord zorgvuldigbijvoeglijk naamwoord |
das Examen [des Examens; die Examina, die Examen] Substantiv | |
examinieren [examinierte; hat examiniert] Verb | examinerenwerkwoord nakijkenwerkwoord nauwkeurigonderzoekenwerkwoord onderzoekenwerkwoord |
das Exanthem [des Exanthems; die Exantheme] Substantiv | |
die Exegese [der Exegese; die Exegesen] Substantiv | bijbeluitlegsubstantief exegesesubstantief tekstverklaringsubstantief uitleggingsubstantief |
exekutieren [exekutierte; hat exekutiert] Verb | |
die Exekution [der Exekution; die Exekutionen] Substantiv | executiesubstantief terdoodbrengingsubstantief terechtstellingsubstantief |
das Exempel [des Exempels; die Exempel] Substantiv | voorbeeld [voorbeelden]o |
das Exemplar [des Exemplars; die Exemplare] Substantiv | |
exentrisch | buitenissigbijvoeglijk naamwoord |