Tysk-Holländsk ordbok »

erle betyder på holländska

TyskaHolländska
unüberlegt Adjektiv

aalwaardigbijvoeglijk naamwoord

aalwarigbijvoeglijk naamwoord

gedachteloosbijvoeglijk naamwoord

onbedachtzaambijvoeglijk naamwoord

onnadenkendbijvoeglijk naamwoord

unverletzlich Adjektiv

onkwetsbaarbijvoeglijk naamwoord

die Verlegenheit [der Verlegenheit; die Verlegenheiten] Substantiv

benardheidsubstantief

hindersubstantief

knelpuntsubstantief

penariesubstantief

verlegenheidsubstantief

der Verleger [des Verlegers; die Verleger] Substantiv

uitgever [uitgevers]m

verleihen [verlieh; hat verliehen] Verb

lenenv

verletzen [verletzte; hat verletzt] Verb

bedervenv

beledigenv

beschadigenv

grievenv

havenenv

krenkenv

kwetsenv

schendenv

stukmakenv

toetakelenv

verongelijkenv

verwondenv

wondenv

verletzend Adjektiv

beledigendbijvoeglijk naamwoord

grievendbijvoeglijk naamwoord

krenkendbijvoeglijk naamwoord

die Verletzung [der Verletzung; die Verletzungen] Substantiv

blessuresubstantief

kwetsuursubstantief

verwondingsubstantief

wondsubstantief

verleugnen [verleugnete; hat verleugnet] Verb

ontkennenwerkwoord

verloochenenwerkwoord

verzakenwerkwoord

die Verleugnung [der Verleugnung; die Verleugnungen] Substantiv

abnegatiesubstantief

verstervingsubstantief

zelfverloocheningsubstantief

verleumden [verleumdete; hat verleumdet] Verb

belasterenv

1234