Tysk-Holländsk ordbok »

ente betyder på holländska

TyskaHolländska
die Ente [der Ente; die Enten] Substantiv

eendsubstantief

entehren [entehrte; hat entehrt] Phrase

deeeraantastenvanwerkwoord

onterenwerkwoord

verguizenwerkwoord

enteilen [enteilte; ist enteilt] Verb

heensnellenwerkwoord

zichwegspoedenwerkwoord

enterben [enterbte; hat enterbt] Verb

ontervenv

entern [enterte; hat/ist geentert] Phrase

overgaanwerkwoord

overlopenwerkwoord

overstekenwerkwoord

das Abenteuer [des Abenteuers; die Abenteuer] Substantiv

avontuuro

lotgevalo

perikelo

wederwaardigheido

der Abenteurer [des Abenteurers; die Abenteurer] Substantiv

avonturierm

durfalm

waaghalsm

der Abiturient [des Abiturienten; die Abiturienten] Substantiv

abituriëntm

das Abonnement [des Abonnements; die Abonnements/Abonnemente] Substantiv

abonnemento

abstinent [abstinenter; am abstinentesten] Adjektiv

bezadigdbijvoeglijk naamwoord

gereserveerdbijvoeglijk naamwoord

matigbijvoeglijk naamwoord

nuchterbijvoeglijk naamwoord

soberbijvoeglijk naamwoord

stemmigbijvoeglijk naamwoord

der Advent [des Advents; die Advente] Substantiv

adventm

der Agent [des Agenten; die Agenten] Substantiv

agentm

dealer [dealers]m

vertegenwoordiger [vertegenwoordigers]m

der Akzent [des Akzentes/Akzents; die Akzente] Substantiv

accentm

klemtoonm

nadrukm

die Alimente Substantiv

alimentatiemeervoud

ondersteuningsgeldmeervoud

uitkeringmeervoud

eloquent [eloquenter; am eloquentesten] Adjektiv

welsprekendbijvoeglijk naamwoord

evident [evidenter; am evidentesten] Adjektiv

apertbijvoeglijk naamwoord

duidelijkbijvoeglijk naamwoord

evidentbijvoeglijk naamwoord

kennelijkbijvoeglijk naamwoord

12