Nemčina-Holandčina slovník »

acht znamená v Holandčina

NemčinaHolandčina
das Gedächtnis [des Gedächtnisses; die Gedächtnisse] Substantiv

herinneringo

heugeniso

die Gedächtniskunst Substantiv

geheugenkunstsubstantief

mnemotechnieksubstantief

krachen [krachte; hat/ist gekracht] Verb

knallenv

knappenv

krakenv

lachen [lachte; hat gelacht] Verb

lachenwerkwoord

das Gelächter [des Gelächters; die Gelächter] Substantiv

gelacho

hilariteito

lachbuio

machen [machte; hat/ist gemacht] Verb

aanmakenv

bedrijvenv

doenv

latenv

latendoenv

makenv

uitbrengenv

uitrichtenv

uitvoerenv

pachten [pachtete; hat gepachtet] Verb

inpachthebbenv

pachtenv

rächen [rächte; hat gerächt, gerochen] Verb

wraaknemenwerkwoord

wrekenwerkwoord

schlachten [schlachtete; hat geschlachtet] Verb

afslachtenv

slachtenv

trachten [trachtete; hat getrachtet] Verb

wurmenv

zichbeijverenv

zichuitslovenv

das Gutachten [des Gutachtens; die Gutachten] Substantiv

gerichto

judiciumo

oordeelo

vonniso

hervorbringen [ich brachte hervor; hat hervorgebracht] Verb

afwerpenv

doenontstaanv

formerenv

makenv

ontwikkelenv

opbrengenv

opleverenv

4567

História vyhľadávania