Nederlands-Engels woordenboek »

tweeling- betekenis in Engels

NederlandsEngels
tweeling- bijvoeglijk naamwoord

twin(forming a pair of twins)
adjective
[UK: twɪn] [US: ˈtwɪn]

tweeling substantief
{m}

twin [twins](either of two people who shared the same uterus, or of two similar or closely related objects)
noun
[UK: twɪn] [US: ˈtwɪn]

tweelingwoord substantief
{n}

doublet [doublets](pair of cognates in a language)
noun
[UK: ˈdʌ.blɪt] [US: ˈdʌ.blət]

Zoek geschiedenis