spikkel betekenis in Engels

Nederlands	Engels
spikkel substantief	fleck [flecks](small spot) noun [UK: flek] [US: ˈflek]
spikkels substantief {Pl}	sprinkles(small candy or sugar pieces as decoration) noun [UK: ˈsprɪŋk.l̩z] [US: ˈsprɪŋk.l̩z]
bespikkelen werkwoord	fleck [flecked, flecking, flecks](to mark with small spots) verb [UK: flek] [US: ˈflek]
gespikkeld bijvoeglijk naamwoord	dappled(having a mottled or spotted skin or coat) adjective [UK: ˈdæp.l̩d] [US: ˈdæp.l̩d] speckled(marked with dots) adjective [UK: ˈspek.l̩d] [US: ˈspek.l̩d]
gespikkelde buidelmuis substantief	dibbler(Parantechinus apicalis) noun

Zoek geschiedenis