Nederlands | Engels |
---|---|
pink substantief {m} | little finger [little fingers](outermost and smallest finger of the hand) |
Pinksterbeweging substantief {f} | Pentecostalism(Christian religious movement) |
Pinksteren substantief {m} | Whitsunday(the Sunday of the feast of Pentecost) |
als Pasen en Pinksteren op één dag vallen bijwoord | when Hell freezes over(never) |
met Sint Juttemis; als Pasen en Pinksteren op één dag vallen substantief | cold day in Hell(an event that will never happen) |
suikerspinkapsel substantief {f} | beehive [beehives](hairstyle) |
wanneer Pasen en Pinksteren op één dag vallen bijwoord | when Hell freezes over(never) when pigs fly(never, expressed by an idiom) |