Nederlands-Engels woordenboek »

op vakantie gaan betekenis in Engels

NederlandsEngels
op vakantie gaan werkwoord

vacation [vacationed, vacationing, vacations](to spend or take a vacation)
verb
[UK: vəˈk.eɪʃ.n̩] [US: veˈk.eɪʃ.n̩]

Zoek geschiedenis