Nederlands-Engels woordenboek »

logisch betekenis in Engels

NederlandsEngels
logisch

-logical(used to form adjectival forms of nouns)

logisch bijvoeglijk naamwoord

logical(in agreement with the principles of logic)
adjective
[UK: ˈlɒ.dʒɪk.l̩] [US: ˈlɑː.dʒɪk.l̩]

logisch gevolg substantief

conclusion [conclusions](of a syllogism)
noun
[UK: kən.ˈkluːʒ.n̩] [US: kən.ˈkluːʒ.n̩]

acarologisch bijvoeglijk naamwoord

acarological(relating to acarology)
adjective

antropologisch bijvoeglijk naamwoord

anthropological(relating to anthropology)
adjective
[UK: ˌæn.θrəʊ.pɒ.ˈlɒ.dʒɪk.l̩] [US: ˌænθro.ʊ.pɒ.ˈlɒ.dʒɪk.l̩]

antropologisch bijwoord

anthropologically(in a manner which pertains to anthropology)
adverb
[UK: ˌæn.θrəʊ.pɒ.ˈlɒ.dʒɪk.l̩i] [US: ˌænθro.ʊ.pɒ.ˈlɒ.dʒɪk.l̩i]

archeologisch bijvoeglijk naamwoord

archaeological(relating to the science or research of archaeology)
adjective
[UK: ˌɑːk.iə.ˈlɒ.dʒɪk.l̩] [US: ˌɑːrk.iə.ˈlɑː.dʒɪk.l̩]

axiologisch bijvoeglijk naamwoord

axiological(Of or relating to value theory)
adjective

bacteriologisch bijvoeglijk naamwoord

bacteriological(of or pertaining to bacteriology)
adjective
[UK: bæk.ˌtɪə.riə.ˈlɒ.dʒɪk.l̩] [US: bæk.ˌtɪə.riə.ˈlɒ.dʒɪk.l̩]

biologisch substantief

biological(of biology)
noun
[UK: ˌbaɪə.ˈlɒ.dʒɪk.l̩] [US: ˌbaɪə.ˈlɑː.dʒɪk.l̩]

biologisch bijvoeglijk naamwoord

organic(of food and food products: grown without agrichemicals)
adjective
[UK: ɔː.ˈɡæ.nɪk] [US: ɔːr.ˈɡæ.nɪk]

biologisch afbreekbaar bijvoeglijk naamwoord

biodegradable(capable of being decomposed by biological activity)
adjective
[UK: ˌbaɪəʊ.dɪ.ˈɡreɪ.dəb.l̩] [US: ˌbaɪo.ʊ.dɪ.ˈɡreɪ.dəb.l̩]

biologisch-dynamisch bijvoeglijk naamwoord

biodynamic(Relating to agriculture according to Anthroposophic precepts)
adjective

biologisch gevaar substantief
{n}

biohazard [biohazards](biological risk)
noun
[UK: ˌbaɪo.ˈhæ.zərd] [US: ˌbaɪo.ˈhæ.zərd]

biologisch wapen substantief
{n}

bioweapon [bioweapons](weapon designed for use in biological warfare)
noun

biologische substantief

biological(of biology)
noun
[UK: ˌbaɪə.ˈlɒ.dʒɪk.l̩] [US: ˌbaɪə.ˈlɑː.dʒɪk.l̩]

biologische ouder substantief

biological parentnoun

cardiologisch bijvoeglijk naamwoord

cardiological(of or pertaining to cardiology)
adjective
[UK: kˌɑːdɪəʊlˈɒdʒɪkəl] [US: kˌɑːrdɪoʊlˈɑːdʒɪkəl]

chronologisch bijvoeglijk naamwoord

chronological(in order of time from the earliest to the latest)
adjective
[UK: ˌkrɒ.nə.ˈlɒ.dʒɪk.l̩] [US: ˌkrɑː.nə.ˈlɑː.dʒɪk.l̩]

criminologisch bijvoeglijk naamwoord

criminological(of or pertaining to criminology)
adjective
[UK: ˌkrɪ.mɪ.ˈnɒ.lə.dʒi] [US: ˌkrɪ.mɪ.ˈnɒ.lə.dʒi]

deontologisch bijvoeglijk naamwoord

deontological(of or relating to deontology)
adjective
[UK: diːˌɒntəlˈɒdʒɪkəl] [US: diːˌɑːntəlˈɑːdʒɪkəl]

ecologisch bijvoeglijk naamwoord

ecological(relating to ecology)
adjective
[UK: ˌiːk.ə.ˈlɒ.dʒɪk.l̩] [US: ik.ə.ˈlɑː.dʒɪk.l̩]

elektrofysiologisch bijvoeglijk naamwoord

electrophysiological(of, or relating to electrophysiology)
adjective

entomologisch bijvoeglijk naamwoord

entomological(of or pertaining to entomology)
adjective
[UK: ˌen.tə.mə.ˈlɒ.dʒɪk.l̩] [US: ˌen.tə.mə.ˈlɒ.dʒɪk.l̩]

epidemiologisch bijvoeglijk naamwoord

epidemiological(of or pertaining to epidemiology)
adjective
[UK: ˌe.pɪ.ˌdiː.mi.ˈɒ.lə.dʒi] [US: ˌe.pə.di.miə.ˈlɑː.dʒɪkəl]

epistemologisch bijvoeglijk naamwoord

epistemic(relating to theory of knowledge)
adjective
[UK: ˌe.pɪ.ˈstiː.mɪk] [US: ˌe.pɪ.ˈstiː.mɪk]

ethologisch bijvoeglijk naamwoord

ethological(of or pertaining to ethology)
adjective
[UK: ˌiːθəlˈɒdʒɪkəl] [US: ˌiːθəlˈɑːdʒɪkəl]

etymologisch bijvoeglijk naamwoord

etymological(of or relating to etymology)
adjective
[UK: ˌe.tɪ.mə.ˈlɒ.dʒɪk.l̩] [US: ˌe.tə.mə.ˈlɑː.dʒək.l̩]

etymologisch bijwoord

etymologically(Based on or belonging to etymology)
adverb
[UK: ˌe.tɪ.ˈmɒ.lə.dʒi.li] [US: ˌe.tɪ.ˈmɒ.lə.dʒi.li]

farmacologisch bijvoeglijk naamwoord

pharmacological(of or having to do with pharmacology)
adjective
[UK: ˌfɑː.mək.ə.ˈlɒ.dʒɪk.l̩] [US: ˌfɑːr.mək.ə.ˈlɑː.dʒɪk.l̩]

filologisch bijvoeglijk naamwoord

philologicaladjective
[UK: ˌfɪ.lə.ˈlɒ.dʒɪk.l̩] [US: ˌfɪ.lə.ˈlɒ.dʒɪk.l̩]

fonologisch bijvoeglijk naamwoord

phonological(of or relating to phonology)
adjective
[UK: ˌfəʊ.nə.ˈlɒ.dʒɪk.l̩] [US: ˌfoʊ.nə.ˈlɑː.dʒɪk.l̩]

frenologisch bijvoeglijk naamwoord

phrenological(of, or relating to phrenology)
adjective
[UK: ˌfre.nə.ˈlɒ.dʒɪkəl] [US: ˌfre.nə.ˈlɒ.dʒɪkəl]

fysiologisch bijvoeglijk naamwoord

physiological(of, or relating to physiology)
adjective
[UK: ˌfɪ.zɪə.ˈlɒ.dʒɪk.l̩] [US: ˌfɪ.ziə.ˈlɑː.dʒɪk.l̩]

fytopathologisch bijvoeglijk naamwoord

phytopathological(pertaining to phytopathology)
adjective

genealogisch bijvoeglijk naamwoord

genealogical(of or relating to genealogy)
adjective
[UK: ˌdʒiː.nɪə.ˈlɒ.dʒɪk.l̩] [US: ˌdʒiː.nɪə.ˈlɒ.dʒɪk.l̩]

geologisch bijvoeglijk naamwoord

geologic(relating to geology)
adjective
[UK: ˌdʒiə.ˈlɑː.dʒɪk] [US: ˌdʒiə.ˈlɑː.dʒɪk]

geologisch stabiel bijvoeglijk naamwoord

abandoned(geology: no longer being acted upon by the geologic forces that formed it)
adjective
[UK: ə.ˈbæn.dənd] [US: ə.ˈbæn.dənd]

geomorfologisch bijvoeglijk naamwoord

geomorphologicadjective

geomorphological(pertaining to geomorphology)
adjective

12

Zoek geschiedenis