Nederlands-Engels woordenboek »

kaneel betekenis in Engels

NederlandsEngels
kaneel substantief
{n}

cinnamon [cinnamons](spice)
noun
[UK: ˈsɪ.nə.mən] [US: ˈsɪ.nə.mən]

kaneelachtig bijvoeglijk naamwoord

cinnamon(flavor)
adjective
[UK: ˈsɪ.nə.mən] [US: ˈsɪ.nə.mən]

kaneelappel substantief

sugar apple(sweetsop)
noun

kaneelboom substantief
{m}

cinnamon [cinnamons](Cinnamomum verum)
noun
[UK: ˈsɪ.nə.mən] [US: ˈsɪ.nə.mən]

kaneelkleur substantief
{f}

cinnamon [cinnamons](colour)
noun
[UK: ˈsɪ.nə.mən] [US: ˈsɪ.nə.mən]

kaneelkleurig bijvoeglijk naamwoord

cinnamon(color)
adjective
[UK: ˈsɪ.nə.mən] [US: ˈsɪ.nə.mən]

kaneelstok substantief
{m}

cinnamon stick(thin piece of cinnamon bark curled up into a tube)
noun

kaneelzuur substantief

cinnamic acid [cinnamic acids](aromatic carboxylic acid obtained from cinnamon)
noun
[UK: sɪnˈamɪk ˈasɪd] [US: sɪnˈæmɪk ˈæsɪd]

met kaneelsmaak bijvoeglijk naamwoord

cinnamon(flavor)
adjective
[UK: ˈsɪ.nə.mən] [US: ˈsɪ.nə.mən]

Zoek geschiedenis