Nederlands | Engels |
---|---|
harig bijvoeglijk naamwoord | hairy [hairier, hairiest](of a person) hirsute(hairy) |
grijsharig bijvoeglijk naamwoord | grey-haired(having grey hair) |
langharig bijvoeglijk naamwoord | long-haired(Having long, uncut hair on the head) |
roodharig bijvoeglijk naamwoord | redheaded(having red hair) |
roodharige substantief | redhead [redheads](red-haired person) |
wolharige neushoorn substantief {m} | |
zwartharig bijvoeglijk naamwoord | black-haired(having black hair) |