Nederlands-Engels woordenboek »

gemeenschap betekenis in Engels

NederlandsEngels
gemeenschap substantief

union [unions](sexual intercourse)
noun
[UK: ˈjuː.nɪən] [US: ˈjuː.njən]

gemeenschap substantief
{f}

carnal knowledge(archaic term for sexual intercourse)
noun
[UK: ˈkɑːn.l̩ ˈnɒ.lɪdʒ] [US: ˈkɑːr.nl̩ ˈnɑː.lədʒ]

community [communities](group sharing a common understanding)
noun
[UK: kə.ˈmjuː.nɪ.ti] [US: kə.ˈmjuː.nə.ti]

gemeenschappelijk bestuurd gebied of eigendom substantief

condominium [condominiums](joint sovereignty over a territory)
noun
[UK: ˌkɒn.də.ˈmɪ.nɪəm] [US: ˌkɑːn.də.ˈmɪ.niəm]

gemeenschappelijke kennis substantief
{f}

common knowledge(special kind of knowledge for a group of agents)
noun

Anglicaanse Gemeenschap eigennam
{f}

Anglican Communion(worldwide network of churches)
proper noun
[UK: ˈæŋ.ɡlɪkən kə.ˈmjuː.nɪən] [US: ˈæŋ.ɡləkən kə.ˈmjuː.njən]

building waarbij iedere flat individuele eigendom is maar de gronden gemeenschappelijk substantief

condominium [condominiums](building in which each unit is owned by an individual, but the grounds is owned jointly)
noun
[UK: ˌkɒn.də.ˈmɪ.nɪəm] [US: ˌkɑːn.də.ˈmɪ.niəm]

geslachtsgemeenschap substantief
{f}

sexual intercourse(sexual interaction)
noun
[UK: ˈsek.ʃʊəl ˈɪn.tək.ɔːs] [US: ˈsek.ʃuːəl ˈɪn.tərˌk.ɔːrs]

geslachtsgemeenschap substantief
{m}

sex [sexes](act of sexual intercourse)
noun
[UK: seks] [US: ˈseks]

internationale gemeenschap substantief
{f}

international communitynoun

leden van een gemeenschap substantief

polity [polity](an organizational structure of the government)
noun
[UK: ˈpɒ.lɪ.ti] [US: ˈpɑː.lə.ti]

Valenciaanse Gemeenschap eigennam
{f}

Valencian Community(autonomous community in Spain)
proper noun

Vlaamse Gemeenschap eigennam
{f}

Flemish Community(one of the three communities of Belgium)
proper noun

Zoek geschiedenis