Nederlands | Engels |
---|---|
gekookt bijvoeglijk naamwoord | cooked(of food, that has been prepared by cooking) |
gekookte ei substantief {n} | boiled egg [boiled eggs](boiled egg (generic)) |
hardgekookt bijvoeglijk naamwoord | hard-boiled(of an egg) |
uitgekookt bijvoeglijk naamwoord | expedient(simple, easy, or quick; convenient) |
zachtgekookt bijvoeglijk naamwoord | soft-boiled(of an egg) |