Nederlands-Engels woordenboek »

droog betekenis in Engels

NederlandsEngels
droog bijvoeglijk naamwoord

arid(very dry)
adjective
[UK: ˈæ.rɪd] [US: ˈæ.rəd]

austere(grim, stern, strict)
adjective
[UK: ɔː.ˈstɪə(r)] [US: ɒ.ˈstɪr]

parched(dry)
adjective
[UK: pɑːtʃt] [US: ˈpɑːrtʃt]

wry(dryly humorous)
adjective
[UK: raɪ] [US: ˈraɪ]

droogdok substantief
{n}

drydock(dock that can be drained of water)
noun
[UK: ˈdraɪ.ˌdɒk] [US: ˈdraɪ.ˌdɑːk]

drooghaven substantief
{f}

dry portnoun

droogheid substantief
{f}

dryness(a lack of moisture)
noun
[UK: ˈdraɪ.nəs] [US: ˈdraɪ.nəs]

drooghoppen werkwoord

dry hop(infuse with hops during later stages of brewing)
verb

drooghut substantief
{f}

kiln [kilns](oven, furnace or heated chamber)
noun
[UK: kɪln] [US: ˈkɪln]

droogijs substantief

dry ice(carbon dioxide frozen in the solid state)
noun
[UK: draɪ aɪs] [US: ˈdraɪ ˈaɪs]

droogkamer substantief
{f}

kiln [kilns](oven, furnace or heated chamber)
noun
[UK: kɪln] [US: ˈkɪln]

droogkuis substantief
{m}

dry cleaning(process of cleaning without water)
noun
[UK: draɪ ˈkliːn.ɪŋ] [US: ˈdraɪ ˈkliːn.ɪŋ]

droogte substantief
{f}

drought [droughts](period of unusually low rain fall)
noun
[UK: ˈdraʊt] [US: ˈdraʊt]

dryness(a lack of moisture)
noun
[UK: ˈdraɪ.nəs] [US: ˈdraɪ.nəs]

beendroog bijvoeglijk naamwoord

bone-dry(totally dry)
adjective
[UK: bəʊn ˈdraɪ] [US: boʊn ˈdraɪ]

bosdroogbloem substantief

wood cudweed(Gnaphalium sylvaticum)
noun

gedroogd bijvoeglijk naamwoord

dried(without water or moisture)
adjective
[UK: draɪd] [US: ˈdraɪd]

gortdroog bijvoeglijk naamwoord

bone-dry(totally dry)
adjective
[UK: bəʊn ˈdraɪ] [US: boʊn ˈdraɪ]

kurkdroog bijvoeglijk naamwoord

bone-dry(totally dry)
adjective
[UK: bəʊn ˈdraɪ] [US: boʊn ˈdraɪ]

uitgedroogd bijvoeglijk naamwoord

dehydrated(From which the water has been removed)
adjective
[UK: ˌdiː.ˈhaɪ.dreɪ.tɪd] [US: də.ˈhaɪ.dre.təd]

Zoek geschiedenis