beperkt betekenis in Engels

Nederlands	Engels
beperkt bijvoeglijk naamwoord	handicapped(having a handicap) adjective [UK: ˈhæn.dɪkæpt] [US: ˈhæn.diˌkæpt] limited(with certain limits placed upon it) adjective [UK: ˈlɪ.mɪ.tɪd] [US: ˈlɪ.mə.təd]
beperkt houdbaar bijvoeglijk naamwoord	perishable(liable to perish) adjective [UK: ˈpe.rɪ.ʃəb.l̩] [US: ˈpe.rɪ.ʃəb.l̩]
Besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid substantief	public limited liability company(publicly traded company) noun [UK: ˈpʌ.blɪk ˈlɪ.mɪ.tɪd ˌlaɪə.ˈbɪ.lɪ.ti ˈkʌm.pə.ni] [US: ˈpʌ.blɪk ˈlɪ.mə.təd ˌlaɪə.ˈbɪ.lə.ti ˈkʌm.pə.ni]
besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid substantief {f}	limited liability company(type of company) noun [UK: ˈlɪ.mɪ.tɪd ˌlaɪə.ˈbɪ.lɪ.ti ˈkʌm.pə.ni] [US: ˈlɪ.mə.təd ˌlaɪə.ˈbɪ.lə.ti ˈkʌm.pə.ni]
onbeperkt bijvoeglijk naamwoord	unfettered(not restricted) adjective [UK: ʌn.ˈfe.təd] [US: ʌn.ˈfe.tərd] unstinting(generous and tireless with one's contributions) adjective [UK: ʌn.ˈstɪnt.ɪŋ] [US: ʌn.ˈstɪnt.ɪŋ] untrammeled(not limited, unrestricted, unrestrained) adjective [UK: ʌn.ˈtræm.l̩d] [US: ʌn.ˈtræm.l̩d]
onbeperktheid substantief {m}	absoluteness(the fact free from any conditions or other beings) noun [UK: ˈæb.sə.luːt.nəs] [US: ˈæb.sə.ˌluːt.nəs]

Zoek geschiedenis