Nederlands-Engels woordenboek »

belgische betekenis in Engels

NederlandsEngels
Belgische bijvoeglijk naamwoord

Belgian(of or pertaining to Belgium)
adjective
[UK: ˈbel.dʒən] [US: ˈbel.dʒən]

Belgische substantief
{f}

Belgian(Belgian, person from Belgium)
noun
[UK: ˈbel.dʒən] [US: ˈbel.dʒən]

belgische herder substantief

Belgian Sheepdog(Umbrella term for the four Belgian sheepdog variants)
noun
[UK: ˈbel.dʒən ˈʃiːp.dɒɡ] [US: ˈbel.dʒən ˈʃiːp.dɔːɡ]

Zoek geschiedenis