Nederlands-Engels woordenboek »

ander betekenis in Engels

NederlandsEngels
voorstander van hereniging met het moederland bijvoeglijk naamwoord

irredentistadjective
[UK: ˌɪ.rɪ.ˈden.tɪst] [US: ˌɪ.rɪ.ˈden.tɪst]

Vuurlander substantief
{m}

Fuegian(someone from Tierra del Fuego)
noun

waar gehakt wordt vallen spaanders phrase

you've got to crack a few eggs to make an omelette(phrase)
phrase

West-Vlaanderen eigennam
{n}

West Flanders(Belgian province in Flanders)
proper noun

wie een put graaft voor een ander bijvoeglijk naamwoord

hoist by one's own petard(be hurt by one's own plot)
adjective

zanderig bijvoeglijk naamwoord

sandy [sandier, sandiest](covered with sand)
adjective
[UK: ˈsæn.di] [US: ˈsæn.di]

zich in een ander verplaatsen werkwoord

put oneself in someone's shoes(look at a situation as if one were the other person)
verb

345

Zoek geschiedenis