Nederlands-Engels woordenboek »

allemaal betekenis in Engels

NederlandsEngels
allemaal pronoun

everyone(every person)
pronoun
[UK: ˈev.rɪ.wʌn] [US: ˈev.ri.ˌwʌn]

ze niet allemaal op een rij hebben werkwoord

not know which end is up(to have no common sense)
verb

Zoek geschiedenis