Nederlands-Engels woordenboek »

aard betekenis in Engels

NederlandsEngels
afkeurenswaardig bijvoeglijk naamwoord

objectionable(offensive)
adjective
[UK: əb.ˈdʒek.ʃnəb.l̩] [US: əb.ˈdʒek.ʃə.nəb.l̩]

reprehensible(blameworthy)
adjective
[UK: ˌre.prɪ.ˈhen.səb.l̩] [US: ˌre.prə.ˈhen.səb.l̩]

algemene voorwaarden substantief
{Pl}

terms and conditions(legal restriction on use)
noun

anderhalve man en een paardenkop substantief

one man and his dog(almost nobody; very few people)
noun

Asgaard eigennam

Asgard(the abode of gods in Norse mythology)
proper noun

baard substantief
{m}

beard [beards](facial hair)
noun
[UK: bɪəd] [US: ˈbɪrd]

baardgier substantief
{m}

lammergeier [lammergeiers](bird)
noun
[UK: lamˈɜːdʒaɪə] [US: læmˈɜːdʒaɪɚ]

baardhaar substantief

whisker [whiskers](hair of the beard)
noun
[UK: ˈwɪ.skə(r)] [US: ˈwɪ.skər]

baardigheid substantief
{f}

beardedness(quality of being bearded)
noun

baardloos bijvoeglijk naamwoord

beardless(without a beard)
adjective
[UK: ˈbɪəd.ləs] [US: ˈbɪəd.ləs]

baardmannetje substantief
{n}

bearded tit(Panurus biarmicus)
noun
[UK: ˈbɪə.dɪd tɪt] [US: ˈbɪr.dəd ˈtɪt]

bakkebaarden substantief

whisker [whiskers](part of the beard)
noun
[UK: ˈwɪ.skə(r)] [US: ˈwɪ.skər]

bakkebaarden substantief
{m-Pl}

sideburns(facial hair reaching from the top of the head down the side of the face to the side of the chin)
noun
[UK: ˈsaɪd.bɜːnz] [US: ˈsaɪd.bɝːnz]

ballonvaarder substantief

balloonist [balloonists](a person who flies in a (hot-air) balloon, balloons)
noun
[UK: bə.ˈluː.nɪst] [US: bə.ˈluː.nəst]

bastaard substantief
{?}

mutt [mutts](mongrel dog)
noun
[UK: mʌt] [US: ˈmət]

bastaard substantief
{m}

bastard [bastards](person born to unmarried parents)
noun
[UK: ˈbɑː.stəd] [US: ˈbæ.stərd]

mongrel [mongrels](someone of mixed kind)
noun
[UK: ˈmʌŋ.ɡrəl] [US: ˈmʌŋ.ɡrəl]

pooch [pooches](mongrel)
noun
[UK: puːtʃ] [US: ˈpuːtʃ]

bastaard- bijvoeglijk naamwoord

bastard(of or like a bastard (illegitimate human descendant))
adjective
[UK: ˈbɑː.stəd] [US: ˈbæ.stərd]

bastaardarend substantief
{m}

greater spotted eagle(Clanga clanga)
noun

bastaardvijl substantief
{m}

bastard [bastards](intermediate-grade steel file)
noun
[UK: ˈbɑː.stəd] [US: ˈbæ.stərd]

bebaard bijvoeglijk naamwoord

bearded(having a beard)
adjective
[UK: ˈbɪə.dɪd] [US: ˈbɪr.dəd]

bedaard bijvoeglijk naamwoord

collected(Cool-headed, emotionally stable, in focus)
adjective
[UK: kə.ˈlek.tɪd] [US: kə.ˈlek.təd]

cool [cooler, coolest](colloquial: not upset)
adjective
[UK: kuːl] [US: ˈkuːl]

bedaard bijwoord

serenely(in a serene manner)
adverb
[UK: sɪ.ˈriːn.li] [US: sə.ˈriː.nə.li]

behaard bijvoeglijk naamwoord

hairy [hairier, hairiest](of a person)
adjective
[UK: ˈheə.ri] [US: ˈhe.ri]

hirsute(hairy)
adjective
[UK: ˈhɜː.sjuːt] [US: ˈhɝː.sjuːt]

behaarde rups substantief
{c}

woolly bear(hairy caterpillar)
noun

beiaard substantief
{m}

carillon(a set of bells, often in a bell tower, originating from the Low Countries)
noun
[UK: kə.ˈrɪ.ljən] [US: ˈke.rə.ˌlɑːn]

beiaardier substantief
{m}

carillonist(one who plays the carillon)
noun

bejaard bijvoeglijk naamwoord

elderly(old)
adjective
[UK: ˈel.də.li] [US: ˈel.dər.li]

beklagenswaardig bijvoeglijk naamwoord

paltry(meager; worthless; pitiful; trifling)
adjective
[UK: ˈpɔːl.tri] [US: ˈpɒl.tri]

poor [poorer, poorest](used to express pity)
adjective
[UK: pʊə(r)] [US: ˈpʊr]

belasting op de toegevoegde waarde substantief
{f}

value added tax(tax levied on added value of an exchange, see also: VAT)
noun
[UK: ˈvæ.ljuː ˈæ.dɪd tæks] [US: ˈvæ.ljuː ˈæ.dəd ˈtæks]

bemerkenswaardig bijvoeglijk naamwoord

notable(worthy of notice; remarkable)
adjective
[UK: ˈnəʊ.təb.l̩] [US: ˈnoʊ.təb.l̩]

beminnenswaardigheid substantief
{f}

lovableness(property that makes someone or something lovable)
noun
[UK: ˈlʌvəblnəs ] [US: ˈlʌvəbəlnəs ]

besluitvaardig bijvoeglijk naamwoord

decisive(marked by promptness and decision)
adjective
[UK: dɪ.ˈsaɪ.sɪv] [US: də.ˈsaɪ.sɪv]

betreurenswaardig bijvoeglijk naamwoord

deplorable(lamentable, to be felt sorrow for, worthy of compassion)
adjective
[UK: dɪ.ˈplɔː.rəb.l̩] [US: də.ˈplɔː.rəb.l̩]

regrettable(of an event, action, or state, allowing or deserving regret)
adjective
[UK: rɪ.ˈɡre.təb.l̩] [US: rɪ.ˈɡre.təb.l̩]

bewaarder substantief
{m}

conservator [conservators](one who conserves, preserves or protects something)
noun
[UK: kən.ˈsɜː.və.tə(r)] [US: kən.ˈsɝː.və.tər]

1234

Zoek geschiedenis