Nederlands-Engels woordenboek »

aanwezigheid betekenis in Engels

NederlandsEngels
aanwezigheid substantief
{f}

presence [presences](fact or condition of being present)
noun
[UK: ˈprezns] [US: ˈpre.zəns]

aanwezigheidsverzuim substantief
{n}

absentation(act of absenting oneself)
noun

Zoek geschiedenis