Nederlands-Duits woordenboek »

eenpaar betekenis in Duits

NederlandsDuits
eenpaar

ein paar

einiger

einiges

etliche

eenpaar bijvoeglijk naamwoord

einigeAdjektiv

mancheAdjektiv

eenpaarvormend

gepaart

Paar-

paarweise

eenpaarvormend bijvoeglijk naamwoord

paarigAdjektiv