Engels-Nederlands woordenboek »

zeeland betekenis in Nederlands

EngelsNederlands
Zeeland (province)
proper noun
[UK: ˈziː.lənd]
[US: ˈziː.lənd]

Zeelandeigennam
{n}

Zeelander (person from Zeeland)
noun

Zeeuwsubstantief
{m}

Zeeuwsesubstantief
{f}

Zeelandic (language)
proper noun

Zeeuwseigennam
{n}

Zoek geschiedenis