Engels-Nederlands woordenboek »

young betekenis in Nederlands

EngelsNederlands
young [younger, youngest] (having little experience)
adjective
[UK: jʌŋ]
[US: ˈjəŋ]

onervarenbijvoeglijk naamwoord

young [younger, youngest] (in the early part of life or growth)
adjective
[UK: jʌŋ]
[US: ˈjəŋ]

jeugdigbijvoeglijk naamwoord

jongbijvoeglijk naamwoord

young [young] (offspring)
noun
[UK: jʌŋ]
[US: ˈjəŋ]

jongen [jongens]substantief
{Pl}

young man [young men] (a term of endearment or address for a boy)
noun
[UK: jʌŋ mæn]
[US: ˈjəŋ ˈmæn]

jongemansubstantief
{m}

Young's modulus [Young's moduli] (coefficient of elasticity of a solid)
noun
[UK: ˈjəŋz ˈmɒ.djʊ.ləs]
[US: ˈjəŋz ˈmɑː.dʒə.ləs]

elasticiteitsmodulussubstantief

youngest (superlative form of young)
adjective
[UK: ˈjʌŋ.ɡɪst]
[US: ˈjʌŋ.ɡəst]

jongstbijvoeglijk naamwoord

youngling (young person, animal, or plant)
noun
[UK: ˈjʌŋ.lɪŋ]
[US: ˈjʌŋ.lɪŋ]

jongelingsubstantief
{m}

youngling (young)
adjective
[UK: ˈjʌŋ.lɪŋ]
[US: ˈjʌŋ.lɪŋ]

jeugdigbijvoeglijk naamwoord

youngster [youngsters] (a young person)
noun
[UK: ˈjʌŋ.stə(r)]
[US: ˈjʌŋ.stər]

jongeresubstantief
{m} {f}

the night is young (it's not very late)
phrase
[UK: ðə naɪt ɪz jʌŋ]
[US: ðə ˈnaɪt ˈɪz ˈjəŋ]

de avond is nog jongphrase