Engels-Nederlands woordenboek »

wren betekenis in Nederlands

EngelsNederlands
wren [wrens] (bird of family Troglodytidae)
noun
[UK: ren]
[US: ˈren]

winterkoninkjesubstantief
{n}

wrench [wrenches] (hand tool)
noun
[UK: rentʃ]
[US: ˈrentʃ]

Engelse sleutelsubstantief

moersleutelsubstantief

schroefsleutelsubstantief

sleutelsubstantief

wrench [wrenched, wrenching, wrenches] (to pull or twist)
verb
[UK: rentʃ]
[US: ˈrentʃ]

afbrekenwerkwoord

loswringenwerkwoord

wrench [wrenched, wrenching, wrenches] (to sprain a joint)
verb
[UK: rentʃ]
[US: ˈrentʃ]

omslaanwerkwoord

verstuikenwerkwoord

verzwikkenwerkwoord

wrench [wrenched, wrenching, wrenches] (to use a wrench)
verb
[UK: rentʃ]
[US: ˈrentʃ]

los/vastdraaienwerkwoord

wrench [wrenches] (violent emotional change caused by separation)
noun
[UK: rentʃ]
[US: ˈrentʃ]

moeilijk afscheidsubstantief
{n}

verdrietsubstantief
{n}

wrench [wrenches] (violent twisting movement)
noun
[UK: rentʃ]
[US: ˈrentʃ]

ruksubstantief

black-bellied wren noun

zwartbuikwinterkoningsubstantief

Carolina wren (Thryothorus ludovicianus)
noun

Carolina-winterkoningsubstantief

Eurasian wren (Troglodytes troglodytes)
noun
[UK: jʊə.ˈreɪʒ.n̩ ren]
[US: jʊ.ˈreɪʒ.n̩ ˈren]

winterkoningsubstantief
{m}

winterkoninkjesubstantief
{n}

house wren (Troglodytes aedon)
noun

gadofowroesubstantief
{m}

huiswinterkoningsubstantief
{m}

lawrencium (chemical element)
noun
[UK: lɒ.ˈren.siəm]
[US: lɒ.ˈren.siəm]

lawrenciumsubstantief
{n}

monkey wrench [monkey wrenches] (adjustable wrench)
noun
[UK: ˈmʌŋk.i rentʃ]
[US: ˈmʌŋk.i ˈrentʃ]

Engelse sleutelsubstantief
{m}

monkey wrench [monkey wrenches] (problem)
noun
[UK: ˈmʌŋk.i rentʃ]
[US: ˈmʌŋk.i ˈrentʃ]

een spaak in het wiel stekensubstantief

probleemsubstantief

pipe wrench (adjustable wrench)
noun
[UK: paɪp rentʃ]
[US: ˈpaɪp ˈrentʃ]

pijptangsubstantief
{f}

stillsonsleutelsubstantief
{f}

plier wrenches noun

seuteltangsubstantief

plumber wrench (A pipe wrench used to rotate plumbing pipes)
noun

moordenaar tangsubstantief
{f}

pijpentangsubstantief
{f}

Zweedse tangsubstantief
{f}

Zoek geschiedenis