Engels-Nederlands woordenboek »

word betekenis in Nederlands

EngelsNederlands
Word [words] (Creative word of God)
noun
[UK: ˈwɜːd]
[US: ˈwɝːd]

Woordsubstantief
{n}

word break (a point in writing where a word is split so that part of it is relegated to the next line, typically at the end of a syllable and marked with a hyphen)
noun

woordafbrekingsubstantief
{f}

word of honor (a promise, or a pledge of one's good faith)
noun

woord van eersubstantief
{n}

word of mouth (verbal means of passing of information)
noun

mond-tot-mondsubstantief
{n}

mond-tot-mond communicatiesubstantief
{f}

word order [word orders] (order of syntactic constituents)
noun
[UK: ˈwɜːd ˈɔː.də(r)]
[US: ˈwɝːd ˈɔːr.dər]

woordvolgordesubstantief
{f}

word processor (software)
noun
[UK: ˈwɜːd ˈprəʊ.se.sə(r)]
[US: ˈwɝːd ˈproʊ.se.sə(r)]

tekstverwerkersubstantief
{m}

Wordian (A subdivision of the Permian period.)
proper noun

Wordieneigennam

wording (choice of words)
noun
[UK: ˈwɜːd.ɪŋ]
[US: ˈwɝːd.ɪŋ]

bewoordingsubstantief
{f}

formuleringsubstantief
{f}

verwoordingsubstantief
{f}

woordkeuzesubstantief

wordlist [wordlists] (collection of all words from a particular source)
noun
[UK: wˈɜːdlɪst]
[US: wˈɜːdlɪst]

woordenlijstsubstantief

wordsmith (one who uses words skillfully)
noun
[UK: ˈwɜːd.smɪθ]
[US: ˈwɝːd.smɪθ]

woordkunstenaarsubstantief
{m}

a picture is worth a thousand words (visualisation is better than verbal description)
phrase

een afbeelding zegt meer dan duizend woordenphrase

actions speak louder than words (actions indicate true sentiments)
phrase

daden zeggen meer dan woordenphrase

actions speak louder than words (it is more effective to act than speak)
phrase

geen woorden maar daden; daden zeggen meer dan woordenphrase

niet lullen maar poetsenphrase

arrowword (crossword puzzle with the clues written in the grid, accompanied by arrows)
noun

Zweeds raadselsubstantief
{n}

Zweedse puzzelsubstantief
{m}

at a loss for words (having nothing to say)
preposition
[UK: ət ə lɒs fɔː(r) ˈwɜːdz]
[US: ət ə ˈlɒs ˈfɔːr ˈwɝːdz]

sprakeloospreposition

buzzword [buzzwords] (word drawn from or imitative of technical jargon)
noun
[UK: ˈbʌz.wɜːd]
[US: ˈbʌz.wərd]

buzzwoordsubstantief
{n}

modewoordsubstantief
{n}

byword (a proverb)
noun
[UK: ˈbaɪ.wɜːd]
[US: ˈbaɪ.ˌwərd]

spreekwoordsubstantief

byword (someone who stands for something else)
noun
[UK: ˈbaɪ.wɜːd]
[US: ˈbaɪ.ˌwərd]

spotnaamsubstantief

codeword (cryptography: string of encrypted text)
noun

codewoordsubstantief
{n}

codeword (type of crossword)
noun

cijfercodesubstantief
{m}

compound word (word composed of others)
noun
[UK: kəm.ˈpaʊnd ˈwɜːd]
[US: ˈkɑːm.paʊnd ˈwɝːd]

samenstellingsubstantief
{f}

content word [content words] noun
[UK: kən.ˈtent ˈwɜːd]
[US: ˈkɑːn.tent ˈwɝːd]

inhoudswoordsubstantief
{n}

crossword [crosswords] (word puzzle)
noun
[UK: ˈkrɒ.swɜːd]
[US: ˈkrɒ.ˌswərd]

kruiswoordpuzzelsubstantief
{m}

kruiswoordraadselsubstantief
{n}

double-edged sword (idiomatic)
noun
[UK: ˈdʌb.l̩ edʒd sɔːd]
[US: ˈdʌb.l̩ ˈedʒd ˈsɔːrd]

tweesnijdend zwaardsubstantief
{n}

eat one's words (regret something said)
verb
[UK: iːt wʌnz ˈwɜːdz]
[US: ˈiːt wʌnz ˈwɝːdz]

zijn woorden innemenwerkwoord

zijn woorden terugnemenwerkwoord

fine words butter no parsnips (talking about doing something does not get it done)
phrase
[UK: faɪn ˈwɜːdz ˈbʌt.ə(r) nəʊ ˈpɑː.snɪps]
[US: ˈfaɪn ˈwɝːdz ˈbʌt.r̩ ˈnoʊ ˈpæ.snɪps]

praatjes vullen geen gaatjesphrase

foreword [forewords] (an introductory section)
noun
[UK: ˈfɔː.wɜːd]
[US: ˈfɔˌrwərd]

inleidingsubstantief
{n}

voorwoordsubstantief
{n}

function word [function words] noun

functiewoordsubstantief
{n}

get a word in edgewise (to break into or participate in a conversation)
verb

een speld tussen krijgenwerkwoord

ghost word (fictitious or erroneous word)
noun

spookwoordsubstantief
{n}

12