Engels-Nederlands woordenboek »

withers betekenis in Nederlands

EngelsNederlands
withers (part of the back of a draft animal)
noun
[UK: ˈwɪ.ðəz]
[US: ˈwɪ.ðərz]

schoftsubstantief
{c}

wither [withered, withering, withers] ((intransitive) shrivel, droop, dry up)
verb
[UK: ˈwɪ.ðə(r)]
[US: ˈwɪ.ðər]

verschrompelenwerkwoord

Zoek geschiedenis