Engels-Nederlands woordenboek »

whim betekenis in Nederlands

EngelsNederlands
whim [whims] (fanciful impulse)
noun
[UK: wɪm]
[US: ˈwɪm]

gril [grillen]substantief

whimbrel [whimbrels] (a large wading bird, Numenius phaeopus)
noun
[UK: wˈɪmbrəl]
[US: wˈɪmbrəl]

regenwulpsubstantief

whimper [whimpers] (a low intermittent sob)
noun
[UK: ˈwɪm.pə(r)]
[US: ˈwɪm.pər]

sniksubstantief
{m}

whimper [whimpered, whimpering, whimpers] (to cry or sob softly and intermittently)
verb
[UK: ˈwɪm.pə(r)]
[US: ˈwɪm.pər]

dreinenwerkwoord

zuchtenkreunenwerkwoord

whimsical (Given to whimsy; capricious; odd; peculiar; playful; light-hearted or amusing)
adjective
[UK: ˈwɪm.zɪk.l̩]
[US: ˈwɪm.zɪk.l̩]

curieusbijvoeglijk naamwoord

luchtigbijvoeglijk naamwoord

speelsbijvoeglijk naamwoord

vreemdbijvoeglijk naamwoord

willekeurigbijvoeglijk naamwoord

whimsicality [whimsicalities] (state)
noun
[UK: ˌwɪm.zɪˈk.æ.lə.ti]
[US: ˌwɪm.zɪˈk.æ.lə.ti]

grilligheidsubstantief
{f}

speelsheidsubstantief
{f}

whimsy [whimsies] (idea)
noun
[UK: ˈwɪm.zi]
[US: ˈwɪm.zi]

bevliegingsubstantief
{f}

kuursubstantief
{f}

luimsubstantief
{f}

Zoek geschiedenis