Engels-Nederlands woordenboek »

unmarried betekenis in Nederlands

EngelsNederlands
unmarried (having no husband or wife)
adjective
[UK: ʌn.ˈmæ.rɪd]
[US: ʌn.ˈme.rid]

alleenstaandbijvoeglijk naamwoord

ongehuwdbijvoeglijk naamwoord

ongetrouwdbijvoeglijk naamwoord

Zoek geschiedenis