Engels-Nederlands woordenboek »

triple betekenis in Nederlands

EngelsNederlands
triple (three times the quantity)
adjective
[UK: ˈtrɪp.l̩]
[US: ˈtrɪp.l̩]

driedubbelbijvoeglijk naamwoord

drievoudigbijvoeglijk naamwoord

triple [tripled, tripling, triples] (to multiply by three)
verb
[UK: ˈtrɪp.l̩]
[US: ˈtrɪp.l̩]

verdrievoudigenwerkwoord

triplet [triplets] ((music): group of three notes played in place of two)
noun
[UK: ˈtrɪ.plət]
[US: ˈtrɪ.plət]

trioolsubstantief
{m} {f}

triplet [triplets] (group of three)
noun
[UK: ˈtrɪ.plət]
[US: ˈtrɪ.plət]

triosubstantief

triplet [triplets] (one of three siblings born at the same time of the same mother)
noun
[UK: ˈtrɪ.plət]
[US: ˈtrɪ.plət]

drielingsubstantief
{m}

Zoek geschiedenis