Engels-Nederlands woordenboek »

tine betekenis in Nederlands

EngelsNederlands
Palatine Hill (hill of Rome)
proper noun

Palatijneigennam

Palestine (geographic region)
proper noun
[UK: ˈpæ.lə.staɪn]
[US: ˈpæ.lə.ˌstaɪn]

Palestinaeigennam
{n}

Palestine (West Bank and Gaza Strip collectively)
proper noun
[UK: ˈpæ.lə.staɪn]
[US: ˈpæ.lə.ˌstaɪn]

Palestijnse Gebiedeneigennam
{Pl}

patine (coat an object with a patina)
verb

patinerenwerkwoord

philistine (lacking in appreciation for or antagonistic towards art or culture)
adjective
[UK: ˈfɪ.lɪ.staɪn]
[US: ˈfɪ.lɪ.staɪn]

barbaarsbijvoeglijk naamwoord

Philistine (non-Semitic person from ancient Philistia)
noun
[UK: ˈfɪ.lɪ.staɪn]
[US: ˈfɪ.lɪ.staɪn]

Filistijnsubstantief
{m}

Filistijnsesubstantief
{f}

Philistine (originating from ancient Philistia; of or pertaining to the ancient Philistines)
adjective
[UK: ˈfɪ.lɪ.staɪn]
[US: ˈfɪ.lɪ.staɪn]

Filistijnsbijvoeglijk naamwoord

philistine [philistines] (person who is ignorant or uneducated; specifically, a person who lacks appreciation of culture)
noun
[UK: ˈfɪ.lɪ.staɪn]
[US: ˈfɪ.lɪ.staɪn]

barbaarsubstantief
{m}

Beotiërsubstantief
{m}

Filistijnsubstantief
{m}

primitievelingsubstantief
{m}

pristine (unspoiled)
adjective
[UK: ˈprɪ.stiːn]
[US: ˈprɪ.stin]

onaangeroerdbijvoeglijk naamwoord

ongereptbijvoeglijk naamwoord

oorspronkelijkbijvoeglijk naamwoord

quarantine [quarantines] ((fig.) any rigorously enforced isolation)
noun
[UK: ˈkwɒ.rən.tiːn]
[US: ˈkwɔː.rən.ˌtin]

afzonderingsubstantief
{f}

quarantine [quarantines] (A period, instance, or state of isolation to prevent the spread of disease)
noun
[UK: ˈkwɒ.rən.tiːn]
[US: ˈkwɔː.rən.ˌtin]

quarantainesubstantief
{f}

quarantaineperiodesubstantief
{f}

quarantine [quarantines] (A place used for quarantining, see also: lazaret)
noun
[UK: ˈkwɒ.rən.tiːn]
[US: ˈkwɔː.rən.ˌtin]

quarantainehavensubstantief
{f}

quarantine [quarantined, quarantining, quarantines] (to be placed or remain in quarantine)
verb
[UK: ˈkwɒ.rən.tiːn]
[US: ˈkwɔː.rən.ˌtin]

in quarantaine plaatsen/zettenwerkwoord

quarantine [quarantined, quarantining, quarantines] (to place in quarantine)
verb
[UK: ˈkwɒ.rən.tiːn]
[US: ˈkwɔː.rən.ˌtin]

afzonderenwerkwoord

isolerenwerkwoord

Saint Valentine's Day proper noun

Valentijneigennam
{m}

valentijnsdageigennam
{m}

self-quarantine (isolation by avoiding physical contact with other individuals)
noun

thuisquarantainesubstantief
{f}

zelfquarantainesubstantief
{f}

sentinel [sentinels] (A sentry or guard)
noun
[UK: ˈsen.tɪn.l̩]
[US: ˈsen.tən.l̩]

wachtsubstantief
{m}

sentinel event (unusual event in a medical setting which results in death or serious physical injury)
noun

schildwacht gebeurtenissubstantief

serpentine [serpentines] (early form of cannon)
noun
[UK: ˈsɜː.pən.taɪn]
[US: ˈsɝː.pən.ˌtaɪn]

serpentijnsubstantief
{m}

small intestine [small intestines] (upper part of the intestine)
noun
[UK: smɔːl ɪn.ˈte.stɪn]
[US: ˈsmɒl ˌɪn.ˈte.stən]

dunne darmsubstantief
{m}

State of Palestine (country)
proper noun

Staat Palestinaeigennam

supercontinent [supercontinents] (very large continent in the Earth's past)
noun
[UK: ˌs(j)uːpəˈkɒntɪnənt ]
[US: ˌsupərˈkɑntənənt ]

oercontinentsubstantief
{n}

supercontinentsubstantief
{n}

Theatine (member of Catholic order)
noun

theatijnsubstantief
{m}

turpentine (volatile essential oil)
noun
[UK: ˈtɜː.pən.taɪn]
[US: ˈtɝː.pən.ˌtaɪn]

terpentijnsubstantief
{m}

Valentine [Valentines] (male given name)
noun
[UK: ˈvæ.lən.taɪn]
[US: ˈvæ.lən.ˌtaɪn]

Valentijnsubstantief
{m}

Valentinussubstantief
{m}

123