Engels-Nederlands woordenboek »

syllabic betekenis in Nederlands

EngelsNederlands
syllabic (of, relating to, or consisting of a syllable)
adjective
[UK: sɪ.ˈlæb.ɪk]
[US: sɪ.ˈlæb.ɪk]

syllabischbijvoeglijk naamwoord

decasyllabic (having ten syllables)
adjective
[UK: ˌdek.ə.sɪ.ˈlæ.bɪk]
[US: ˌdek.ə.sɪ.ˈlæ.bɪk]

tienlettergrepigbijvoeglijk naamwoord

disyllabic (comprising two syllables)
adjective
[UK: ˌdɪ.sɪ.ˈlæ.bɪk]
[US: ˌdɪ.sɪ.ˈlæ.bɪk]

tweelettergrepigbijvoeglijk naamwoord

tweesyllabischbijvoeglijk naamwoord

dodecasyllabic (of twelve syllables)
adjective

twaalflettergrepigbijvoeglijk naamwoord

hendecasyllabic (having eleven syllables)
adjective
[UK: hˌendɪkˌasɪlˈabɪk]
[US: hˌendɪkˌæsɪlˈæbɪk]

elflettergrepigbijvoeglijk naamwoord

heptasyllabic (having seven syllables)
adjective
[UK: hˌeptəsɪlˈabɪk]
[US: hˌeptəsɪlˈæbɪk]

zevenlettergrepigbijvoeglijk naamwoord

hexasyllabic (having six syllables)
adjective
[UK: hˌeksəsɪlˈabɪk]
[US: hˌeksəsɪlˈæbɪk]

zeslettergrepigbijvoeglijk naamwoord

monosyllabic (consisting of one syllable)
adjective
[UK: ˌmɒ.nə.sɪ.ˈlæ.bɪk]
[US: ˌmɒ.nə.sɪ.ˈlæ.bɪk]

eenlettergrepigbijvoeglijk naamwoord

nonasyllabic (having nine syllables)
adjective

negenlettergrepigbijvoeglijk naamwoord

octosyllabic (containing 8 syllables)
adjective
[UK: ˈɒk.təʊ.sɪ.ˈlæ.bɪk]
[US: ˌɑːkto.ʊ.sɪ.ˈlæ.bɪk]

achtlettergrepigbijvoeglijk naamwoord

pentasyllabic (having five syllables)
adjective
[UK: pˌentəsɪlˈabɪk]
[US: pˌentəsɪlˈæbɪk]

vijflettergrepigbijvoeglijk naamwoord

polysyllabic (having more than one syllable)
adjective
[UK: ˌpɒ.lɪ.sɪ.ˈlæ.bɪk]
[US: ˌpɒ.lɪ.sɪ.ˈlæ.bɪk]

meerlettergrepigbijvoeglijk naamwoord

quadrisyllabic adjective
[UK: kwˌɒdrɪsɪlˈabɪk]
[US: kwˌɑːdrɪsɪlˈæbɪk]

tetrasyllabischbijvoeglijk naamwoord

vierlettergrepigbijvoeglijk naamwoord

septasyllabic (having seven syllables)
adjective

zevenlettergrepigbijvoeglijk naamwoord

sesquisyllabic (consisting of a minor syllable plus a full syllable)
adjective

sesquisyllabischbijvoeglijk naamwoord

tetrasyllabic adjective
[UK: tˌetrəsɪlˈabɪk]
[US: tˌetrəsɪlˈæbɪk]

tetrasyllabischbijvoeglijk naamwoord

trisyllabic (having three syllables)
adjective
[UK: ˈtraɪ.sɪ.ˈlæ.bɪk]
[US: ˌtraɪ.sɪ.ˈlæ.bɪk]

drielettergrepigbijvoeglijk naamwoord

trisyllabischbijvoeglijk naamwoord

Zoek geschiedenis