Engels-Nederlands woordenboek »
stationary betekenis in Nederlands
| Engels | Nederlands |
|---|---|
| stationary (incapable of being moved) adjective [UK: ˈsteɪ.ʃən.ri] [US: ˈsteɪ.ʃə.ˌne.ri] | onverzettelijkbijvoeglijk naamwoord |
| stationary (not moving) adjective [UK: ˈsteɪ.ʃən.ri] [US: ˈsteɪ.ʃə.ˌne.ri] | stationairbijvoeglijk naamwoord stilstaandbijvoeglijk naamwoord |
| stationary (unchanging) adjective [UK: ˈsteɪ.ʃən.ri] [US: ˈsteɪ.ʃə.ˌne.ri] | onveranderlijkbijvoeglijk naamwoord |
| stationary point (A point on a curve where the gradient is zero) noun [UK: ˈsteɪ.ʃən.ri pɔɪnt] [US: ˈsteɪ.ʃə.ˌne.ri ˈpɔɪnt] | stationair puntsubstantief |
| geostationary (fixed distance orbit) adjective [UK: ˌdʒiːəʊ.ˈsteɪʃn.ri] [US: ˌdʒiːo.ʊ.ˈsteɪʃn.ri] | geostationairbijvoeglijk naamwoord |
