Engels-Nederlands woordenboek »

self-confident betekenis in Nederlands

EngelsNederlands
self-confident (confident in one's abilities)
adjective
[UK: self ˈkɒn.fɪ.dənt]
[US: ˈselfˈk.ɑːn.fə.dənt]

zelfverzekerdbijvoeglijk naamwoord

Zoek geschiedenis