Engels-Nederlands woordenboek »

safe and sound betekenis in Nederlands

EngelsNederlands
safe and sound (having come to no harm)
adjective
[UK: seɪf ənd ˈsaʊnd]
[US: ˈseɪf ænd ˈsaʊnd]

veilig en welbijvoeglijk naamwoord

Zoek geschiedenis