Engels-Nederlands woordenboek »

russian betekenis in Nederlands

EngelsNederlands
Russian (of or pertaining to Russia)
adjective
[UK: ˈrʌ.ʃən]
[US: ˈrʌ.ʃən]

Russischbijvoeglijk naamwoord

Russischebijvoeglijk naamwoord

Russian [Russians] (person from Russia)
noun
[UK: ˈrʌ.ʃən]
[US: ˈrʌ.ʃən]

Russubstantief
{m}

Russinsubstantief
{f}

Russian [Russians] (Russian (language))
noun
[UK: ˈrʌ.ʃən]
[US: ˈrʌ.ʃən]

Russischsubstantief
{n}

Russian Blue (cat breed)
noun

Blauwe Russubstantief
{m}

Russian doll (wooden doll)
noun
[UK: ˈrʌ.ʃən dɒl]
[US: ˈrʌ.ʃən ˈdɑːl]

baboesjkasubstantief
{f}

matroesjkasubstantief
{f}

Russische popsubstantief
{f} {m}

Russian Empire (state)
proper noun

Keizerrijk Ruslandeigennam
{n}

Russian Federation (alternative formal name of Russia)
proper noun
[UK: ˈrʌ.ʃən ˌfe.də.ˈreɪʃ.n̩]
[US: ˈrʌ.ʃən ˌfe.də.ˈreɪʃ.n̩]

Russische Federatieeigennam
{f}

Russian Orthodox Church (one of the autocephalous Eastern Orthodox Christian churches)
proper noun

Russisch-Orthodoxe Kerkeigennam
{f}

Russian Soviet Federative Socialist Republic (official name for modern day Russia before the collapse of the Soviet Union)
proper noun

Russische Socialistische Federatieve Sovjetrepubliekeigennam
{c}

Old Prussian (the Old Prussian language)
proper noun
[UK: əʊld ˈprʌʃ.n̩]
[US: oʊld ˈprʌʃ.n̩]

Oudpruisischeigennam
{n}

pro-Russian (supportive of Russian or Russians)
adjective

pro-Russischbijvoeglijk naamwoord

Prussian (of Prussia)
adjective
[UK: ˈprʌʃ.n̩]
[US: ˈprʌʃ.n̩]

Pruisischbijvoeglijk naamwoord

↑

Zoek geschiedenis

    Online woordenboeken

    Meer curiosa