Engels-Nederlands woordenboek »

rig betekenis in Nederlands

EngelsNederlands
shipwright [shipwrights] (person)
noun
[UK: ˈʃɪ.praɪt]
[US: ˈʃɪ.ˌpraɪt]

scheepsbouwersubstantief

special drawing right (accounting unit)
noun

speciaal trekkingsrechtsubstantief
{n}

stage fright (state of nervousness about performing)
noun
[UK: ˈsteɪdʒ.fraɪt]
[US: ˈsteɪdʒ.fraɪt]

plankenkoortssubstantief

trigger [triggers] (finger-operated lever used to fire a gun)
noun
[UK: ˈtrɪ.ɡə(r)]
[US: ˈtrɪ.ɡər]

trekkersubstantief
{m}

trigger [triggered, triggering, triggers] (to fire a weapon)
verb
[UK: ˈtrɪ.ɡə(r)]
[US: ˈtrɪ.ɡər]

afvurenwerkwoord

vurenwerkwoord

trigger [triggered, triggering, triggers] (to initiate something)
verb
[UK: ˈtrɪ.ɡə(r)]
[US: ˈtrɪ.ɡər]

activerenwerkwoord

initiërenwerkwoord

ontketenenwerkwoord

trigger guard (A thin loop surrounding the trigger of a weapon to keep it from accidental discharge)
noun

trekkerbeugelsubstantief
{m}

trigger-happy (having a tendency or desire to shoot a firearm irresponsibly)
adjective
[UK: ˈtrɪ.ɡə(r) ˈhæp.i]
[US: ˈtrɪ.ɡər ˈhæp.i]

schietgraagbijvoeglijk naamwoord

trigintillion (10^93)
numeral

quindeciljardtelwoord

untrigintillion (10^96, see also: sexdecillion)
numeral

sexdeciljontelwoord

upright (greater in height than breadth)
adjective
[UK: ˈʌ.praɪt]
[US: ə.ˈpraɪt]

achter elkaarbijvoeglijk naamwoord

overeindbijvoeglijk naamwoord

upright (vertical; erect)
adjective
[UK: ˈʌ.praɪt]
[US: ə.ˈpraɪt]

oprechtbijvoeglijk naamwoord

wainwright (maker of wagons)
noun
[UK: ˈweɪn.ˌraɪt]
[US: ˈweɪn.ˌraɪt]

wagenmakersubstantief
{m}

wheelwright (person who builds and repairs wheels)
noun
[UK: ˈwiːl.raɪt]
[US: ˈwiːl.ˌraɪt]

wagenmakersubstantief
{m}

wielmakersubstantief
{m}

wriggle [wriggled, wriggling, wriggles] (to twist one's body and move the limbs)
verb
[UK: ˈrɪɡ.l̩]
[US: ˈrɪɡ.l̩]

wiebelenwerkwoord

wright [wrights] ((obsolete) a builder or maker of something)
noun
[UK: raɪt]
[US: ˈraɪt]

makersubstantief
{m}

scheppersubstantief
{m}

wrechtsubstantief
{m}

yeah, right (sarcasm to express disbelief)
interjection

ja hoorinterjection

tuurlijkinterjection

vastinterjection

345

Zoek geschiedenis