Engels-Nederlands woordenboek »
responsible betekenis in Nederlands
| Engels | Nederlands |
|---|---|
| responsible (able to be trusted) adjective [UK: rɪ.ˈspɒn.səb.l̩] [US: ri.ˈspɑːn.səb.l̩] | betrouwbaarbijvoeglijk naamwoord degelijkbijvoeglijk naamwoord |
| responsible (answerable for an act performed or for its consequences) adjective [UK: rɪ.ˈspɒn.səb.l̩] [US: ri.ˈspɑːn.səb.l̩] | aansprakelijkbijvoeglijk naamwoord verantwoordelijkbijvoeglijk naamwoord |
| responsible (involving a degree of personal accountability) adjective [UK: rɪ.ˈspɒn.səb.l̩] [US: ri.ˈspɑːn.səb.l̩] | responsabelbijvoeglijk naamwoord |
| irresponsible (lacking a sense of responsibility) adjective [UK: ˌɪ.rɪ.ˈspɒn.səb.l̩] [US: ɪ.rə.ˈspɑːn.səb.l̩] | onverantwoordelijkbijvoeglijk naamwoord |
