Engels-Nederlands woordenboek »

qua betekenis in Nederlands

EngelsNederlands
inadequate (Not adequate)
adjective
[UK: ɪn.ˈæ.dɪ.kwət]
[US: ˌɪ.ˈnæ.də.kwət]

ongeschiktbijvoeglijk naamwoord

ontoereikendbijvoeglijk naamwoord

onvoldoendebijvoeglijk naamwoord

inequality [inequalities] (unfair, not equal, state)
noun
[UK: ˌɪ.nɪ.ˈkwɒ.lɪ.ti]
[US: ˌɪ.nɪ.ˈkwɑː.lə.ti]

ongelijkheidsubstantief
{f}

kumquat [kumquats] (small orange fruit)
noun
[UK: ˈkəmkwat]
[US: ˈkəmkwat]

kumquatsubstantief
{m}

loquacious (talkative, chatty)
adjective
[UK: lə.ˈkweɪ.ʃəs]
[US: loˈkweɪ.ʃəs]

praatgraagbijvoeglijk naamwoord

praatziekbijvoeglijk naamwoord

loquacity (talkativeness)
noun
[UK: lə.ˈkwæ.sɪ.ti]
[US: lə.ˈkwæ.sɪ.ti]

spraakzaamheidsubstantief
{f}

market square (open area in a town housing a public market)
noun
[UK: ˈmɑːkɪt skweə(r)]
[US: ˈmɑːrkət ˈskwer]

marktpleinsubstantief
{n}

moonquake (lunar seismic event)
noun

maanbevingsubstantief
{f}

no quarter (no mercy for the life of a captured opponent)
noun

geen kwartiersubstantief

piquant (favorably stimulating to the palate)
adjective
[UK: ˈpiːkənt]
[US: ˈpiːkənt]

pikantbijvoeglijk naamwoord

pocket square (cloth for wiping the face, eyes, nose or hands)
noun

pochetsubstantief

red kuri squash (orange colored winter squash)
noun

Hokkaido-pompoensubstantief
{m}

Red Square (Moscow square)
proper noun
[UK: red skweə(r)]
[US: ˈred ˈskwer]

Rode Pleineigennam
{m}

reliquary [reliquaries] (container for religious relics)
noun
[UK: ˈre.lɪ.kwə.ri]
[US: ˈre.lɪ.kwə.ri]

reliekhoudersubstantief
{m}

Republic of Equatorial Guinea (official name of Equatorial Guinea)
proper noun

Republiek Equatoriaal-Guineaeigennam
{f}

rorqual [rorquals] (whale with long skin folds below mouth)
noun
[UK: ˈrɔː.kwəl]
[US: ˈrɔːr.kwəl]

vinvissubstantief
{m}

rose quartz (pinkish to reddish-colored quartz)
noun
[UK: rəʊz kwɔːts]
[US: roʊz ˈkwɔːrts]

rozenkwartssubstantief
{n}

seaquake noun
[UK: ˈsiː.kweɪk]
[US: ˈsiː.ˌkweɪk]

zeebevingsubstantief
{f}

self-quarantine (isolation by avoiding physical contact with other individuals)
noun

thuisquarantainesubstantief
{f}

zelfquarantainesubstantief
{f}

squabble [squabbles] (minor fight or argument)
noun
[UK: ˈskwɒb.l̩]
[US: ˈskwɑːb.l̩]

gekrakeelsubstantief
{n}

squacco (Ardeola ralloides)
noun
[UK: skwˈɒkəʊ]
[US: skwˈɑːkoʊ]

ralreigersubstantief
{m}

squadron [squadrons] (army: body of cavalry)
noun
[UK: ˈskwɒ.drən]
[US: ˈskwɑː.drən]

eskadronsubstantief
{m}

squadron [squadrons] (navy: detachment of vessels)
noun
[UK: ˈskwɒ.drən]
[US: ˈskwɑː.drən]

eskadersubstantief
{n}

squall [squalls] (sudden storm, as found in a squall line)
noun
[UK: skwɔːl]
[US: ˈskwɒl]

windstootsubstantief
{m}

squall [squalled, squalling, squalls] (to cry or wail loudly)
verb
[UK: skwɔːl]
[US: ˈskwɒl]

krijsenwerkwoord

schreeuwenwerkwoord

squalor (squalidness)
noun
[UK: ˈskwɒ.lə(r)]
[US: ˈskwɑː.lər]

miserabele omstandighedensubstantief

weerzinwekkende vuiligheidsubstantief

squander [squandered, squandering, squanders] (to waste)
verb
[UK: ˈskwɒn.də(r)]
[US: ˈskwɑːn.dər]

verbrassenwerkwoord

verkwanselenwerkwoord

verspillenwerkwoord

square [squares] (cell in a grid)
noun
[UK: skweə(r)]
[US: ˈskwer]

veldsubstantief

square [squarer, squarest] (forming a right angle)
adjective
[UK: skweə(r)]
[US: ˈskwer]

met rechte hoekbijvoeglijk naamwoord

square [squared, squaring, squares] (math: to multiply by itself)
verb
[UK: skweə(r)]
[US: ˈskwer]

kwadraterenwerkwoord

tot de tweede macht verheffenwerkwoord

square [squares] (open space in a town)
noun
[UK: skweə(r)]
[US: ˈskwer]

marktsubstantief
{f}

plaatssubstantief
{f}

5678

Zoek geschiedenis