Engels-Nederlands woordenboek »

process betekenis in Nederlands

EngelsNederlands
process [processes] (series of events to produce a result)
noun
[UK: ˈprəʊ.ses]
[US: ˈproʊ.ses]

processubstantief
{n}

process [processed, processing, processes] (to perform a particular process)
verb
[UK: ˈprəʊ.ses]
[US: ˈproʊ.ses]

uitvoerenwerkwoord

verwerkenwerkwoord

process [processes] noun
[UK: ˈprəʊ.ses]
[US: ˈproʊ.ses]

bewerkensubstantief

bewerkingsubstantief

ontwikkelingsgangsubstantief

verloopsubstantief

processed cheese [processed cheeses] (any of several types of natural cheese)
noun
[UK: ˈprəʊ.sest.ˈtʃiːz]
[US: ˈprəʊ.sest.ˈtʃiːz]

smeltkaassubstantief
{m}

procession [processions] (group of people or thing moving along in an orderly manner)
noun
[UK: prə.ˈseʃ.n̩]
[US: prə.ˈseʃ.n̩]

processiesubstantief
{f}

stoetsubstantief
{f}

processor [processors] (device which processes)
noun
[UK: ˈprəʊ.se.sə(r)]
[US: ˈproʊ.se.sə(r)]

verwerkersubstantief
{m}

processor [processors] (microprocessor)
noun
[UK: ˈprəʊ.se.sə(r)]
[US: ˈproʊ.se.sə(r)]

centrale verwerkingseenheidsubstantief
{m}

CPUsubstantief
{m}

CVEsubstantief
{m}

processorsubstantief
{m}

central processing unit [central processing units] (part of a computer)
noun
[UK: ˈsen.trəl ˈprəʊ.ses.ɪŋ ˈjuː.nɪt]
[US: ˈsen.trəl ˈproʊ.ses.ɪŋ ˈjuː.nət]

centrale verwerkingseenheidsubstantief

food processor [food processors] (kitchen appliance)
noun
[UK: fuːd ˈprəʊ.se.sə(r)]
[US: ˈfuːd ˈproʊ.se.sə(r)]

keukenmachinesubstantief
{f}

keukenrobotsubstantief
{m}

word processor (software)
noun
[UK: ˈwɜːd ˈprəʊ.se.sə(r)]
[US: ˈwɝːd ˈproʊ.se.sə(r)]

tekstverwerkersubstantief
{m}