Engels-Nederlands woordenboek »

pretend betekenis in Nederlands

EngelsNederlands
pretend [pretended, pretending, pretends] (to allege falsely)
verb
[UK: prɪ.ˈtend]
[US: pri.ˈtend]

doen alsofwerkwoord

pretenderenwerkwoord

veinzenwerkwoord

voorwendenwerkwoord

pretend [pretended, pretending, pretends] (to feign)
verb
[UK: prɪ.ˈtend]
[US: pri.ˈtend]

voorgevenwerkwoord

pretender [pretenders] (claimant to a throne)
noun
[UK: prɪ.ˈten.də(r)]
[US: pri.ˈten.dər]

pretendentsubstantief
{m}

pretender [pretenders] (person who professes beliefs and opinions that they do not hold)
noun
[UK: prɪ.ˈten.də(r)]
[US: pri.ˈten.dər]

huichelaarsubstantief
{m}

veinzersubstantief
{m}