Engels-Nederlands woordenboek »

pond betekenis in Nederlands

EngelsNederlands
pond [ponds] (small lake)
noun
[UK: pɒnd]
[US: ˈpɑːnd]

vijversubstantief
{m}

pond damselfly (type of damselfly)
noun

waterjuffersubstantief
{f}

ponder [pondered, pondering, ponders] (to consider carefully)
verb
[UK: ˈpɒn.də(r)]
[US: ˈpɑːn.dər]

overdenkenwerkwoord

ponder [pondered, pondering, ponders] (to think deeply)
verb
[UK: ˈpɒn.də(r)]
[US: ˈpɑːn.dər]

overpeinzenwerkwoord

overwegenwerkwoord

correspond [corresponded, corresponding, corresponds] (to be equivalent or similar)
verb
[UK: ˌkɒ.rɪ.ˈspɒnd]
[US: ˌkɔː.rə.ˈspɑːnd]

corresponderenwerkwoord

correspondence [correspondences] (reciprocal exchange of civilities, especially by letters)
noun
[UK: ˌkɒ.rɪ.ˈspɒn.dəns]
[US: ˌkɔː.rə.ˈspɑːn.dəns]

briefwisselingsubstantief
{f}

correspondentiesubstantief
{f}

correspondent (conforming)
adjective
[UK: ˌkɒ.rɪ.ˈspɒn.dənt]
[US: ˌkɔː.rə.ˈspɑːn.dənt]

overeenkomendbijvoeglijk naamwoord

overeenstemmendbijvoeglijk naamwoord

correspondent [correspondents] (one who corresponds)
noun
[UK: ˌkɒ.rɪ.ˈspɒn.dənt]
[US: ˌkɔː.rə.ˈspɑːn.dənt]

correspondentsubstantief
{m}

corresponding (that have a similar relationship)
adjective
[UK: ˌkɒ.rɪ.ˈspɒnd.ɪŋ]
[US: ˌkɔː.rə.ˈspɑːnd.ɪŋ]

corresponderendbijvoeglijk naamwoord

overeenkomstigbijvoeglijk naamwoord

despondency (loss of hope or confidence)
noun
[UK: dɪ.ˈspɒn.dən.si]
[US: ˌdɪ.ˈspɑːn.dən.si]

radeloosheidsubstantief
{m}

wanhoopsubstantief
{m}

despondent (in low spirits from loss of hope or courage)
adjective
[UK: dɪ.ˈspɒn.dənt]
[US: ˌdɪ.ˈspɑːn.dənt]

hopeloosbijvoeglijk naamwoord

mismoedigbijvoeglijk naamwoord

moedeloosbijvoeglijk naamwoord

terneergeslagenbijvoeglijk naamwoord

wanhopigbijvoeglijk naamwoord

duckpond (a pond populated by ducks)
noun

eendenvijversubstantief
{m}

fishpond [fishponds] (freshwater pond stocked with fish)
noun
[UK: ˈfɪʃpɒnd]
[US: ˈfɪʃpɒnd]

visvijversubstantief
{m}

spondee [spondees] (word of two syllables)
noun
[UK: ˈspɒn.diː]
[US: ˈspɒn.diː]

spondeesubstantief
{m}

transponder [transponders] (transceiver that transmits some signal in response to receiving a predetermined signal)
noun
[UK: træns.ˈpɒn.də(r)]
[US: træn.ˈspɑːn.dər]

transpondersubstantief
{m}

war correspondent noun
[UK: wɔː(r) ˌkɒ.rɪ.ˈspɒn.dənt]
[US: ˈwɔːr ˌkɔː.rə.ˈspɑːn.dənt]

oorlogscorrespondentsubstantief
{m}

oorlogsverslaggeversubstantief
{m}

Zoek geschiedenis