Engels-Nederlands woordenboek »

oyster betekenis in Nederlands

EngelsNederlands
oyster [oysters] (mollusk, see also: clam; mollusc; mussel)
noun
[UK: ˈɔɪ.stə(r)]
[US: ˌɔɪ.stər]

oestersubstantief
{m} {n}

oyster sauce (sauce from oysters)
noun

oestersaussubstantief
{f}

oystercatcher [oystercatchers] (bird)
noun
[UK: ˈɔɪ.stə(r) ˈkæ.tʃə(r)]
[US: ˌɔɪ.stər ˈkæ.tʃər]

scholekstersubstantief
{m} {f}

the world is one's oyster (all opportunities are open to someone)
phrase

de wereld ligt aan iemands voetenphrase

Viennese oyster (sex position)
noun

Weense oestersubstantief
{f}