Engels-Nederlands woordenboek »

nutshell betekenis in Nederlands

EngelsNederlands
nutshell [nutshells] (the shell that surrounds the kernel of a nut)
noun
[UK: ˈnʌt ʃel]
[US: ˈnʌ.ˌtʃel]

notendopsubstantief
{m}

in a nutshell (in summary)
adverb
[UK: ɪn ə ˈnʌt ʃel]
[US: ɪn ə ˈnʌ.ˌtʃel]

in een notendopbijwoord

Zoek geschiedenis