Engels-Nederlands woordenboek »

muscular betekenis in Nederlands

EngelsNederlands
muscular (having strength)
adjective
[UK: ˈmʌ.skjʊ.lə(r)]
[US: ˈmʌ.skjə.lər]

gespierdbijvoeglijk naamwoord

muscular (of or relating to muscles)
adjective
[UK: ˈmʌ.skjʊ.lə(r)]
[US: ˈmʌ.skjə.lər]

musculairbijvoeglijk naamwoord

spier-bijvoeglijk naamwoord

muscularity (degree to which the muscles in a body part are developed)
noun
[UK: ˌmʌ.skjʊ.ˈlæ.rɪ.tɪ]
[US: ˌmʌ.skjə.ˈlæ.rɪ.tiː]

gespierdheidsubstantief

intramuscular (inside a muscle)
adjective
[UK: ˌɪn.trə.ˈmʌ.skjə.lə(r)]
[US: ˌɪn.trə.ˈmʌ.skjə.lər]

intramusculairbijvoeglijk naamwoord

neuromuscular (pertaining to the voluntary control of muscles by nerves)
adjective

neuromusculairbijvoeglijk naamwoord