Engels-Nederlands woordenboek »

mob betekenis in Nederlands

EngelsNederlands
mob [mobs] (group of animals)
noun
[UK: mɒb]
[US: ˈmɑːb]

kuddesubstantief
{c}

mob [mobs] (the lower classes of a community)
noun
[UK: mɒb]
[US: ˈmɑːb]

gepeupelsubstantief

mob [mobbed, mobbing, mobs] (to crowd around a person)
verb
[UK: mɒb]
[US: ˈmɑːb]

omgevenwerkwoord

mob [mobs] (unruly group of people)
noun
[UK: mɒb]
[US: ˈmɑːb]

massasubstantief
{c}

menigtesubstantief
{f}

mobile (capable of being moved)
adjective
[UK: ˈməʊ.baɪl]
[US: ˈmoʊ.baɪl]

beweeglijkbijvoeglijk naamwoord

mobielbijvoeglijk naamwoord

mobile library (library in a van)
noun

bibliobussubstantief
{m}

mobile phone (portable telephone)
noun
[UK: ˈməʊ.baɪl fəʊn]
[US: ˈmoʊ.baɪl ˈfoʊn]

GSMsubstantief
{m}

mobiele telefoonsubstantief
{m}

mobieltjesubstantief
{n}

mobilise (to assemble troops and their equipment in a coordinated fashion so as to be ready for war)
verb
[UK: mˈəʊbəlˌaɪz]
[US: mˈoʊbəlˌaɪz]

mobiliserenwerkwoord

mobility scooter (electric-powered scooter)
noun

scootmobielsubstantief
{m}

mobilization [mobilizations] (marshalling of troops and national resources in preparation for war)
noun
[UK: ˌməʊ.bɪ.laɪ.ˈzeɪʃ.n̩]
[US: ˌmoʊ.bɪ.laɪ.ˈzeɪʃ.n̩]

mobilisatiesubstantief
{f}

mobocracy (rule of the mob)
noun
[UK: məbˈɒkrəsi]
[US: məbˈɑːkrəsi]

ochlocratiesubstantief
{f}

automobile [automobiles] (passenger vehicle)
noun
[UK: ˈɔː.tə.məʊ.ˌbiːl]
[US: ˈɔː.təmo.ʊ.ˌbiːl]

autosubstantief
{m}

automobielsubstantief
{m}

motorrijtuigsubstantief
{n}

flash mob (group converging and dispersing quickly)
noun

flashmobsubstantief
{m} {f}

immobile (not mobile)
adjective
[UK: ɪ.ˈməʊ.baɪl]
[US: ɪˈmo.ʊ.baɪl]

bewegingsloosbijvoeglijk naamwoord

micromobility (transportation over short distance)
noun

micromobiliteitsubstantief

pimpmobile (An extravagantly large or ornate automobile, presumably suitable for a pimp)
noun

pooierbaksubstantief
{m}

Popemobile (any of various vehicles with bulletproof glass sides used to transport the Pope)
noun

pausmobielsubstantief
{m}

snowmobile [snowmobiles] (vehicle)
noun
[UK: ˈsnomoˌbil]
[US: ˈsnomoˌbil]

sneeuwscootersubstantief
{m}

thermobaric adjective

thermobarischbijvoeglijk naamwoord