Engels-Nederlands woordenboek »

line betekenis in Nederlands

EngelsNederlands
line [lines] (course of conduct, thought, occupation, or policy)
noun
[UK: laɪn]
[US: ˈlaɪn]

methodesubstantief
{f}

visiesubstantief
{f}

line [lined, lining, lines] (cover the inside surface of (something))
verb
[UK: laɪn]
[US: ˈlaɪn]

bedekkenwerkwoord

bekledenwerkwoord

voerenwerkwoord

line [lines] (direction, path)
noun
[UK: laɪn]
[US: ˈlaɪn]

gezichtspuntsubstantief
{n}

richtingsubstantief
{f}

line [lines] (engineering: proper relative position or adjustment of parts)
noun
[UK: laɪn]
[US: ˈlaɪn]

uitlijningsubstantief
{f}

line [lines] (exterior limit of a figure, plat, or territory; boundary; contour; outline)
noun
[UK: laɪn]
[US: ˈlaɪn]

contoursubstantief
{m}

grenssubstantief
{m} {f}

line [lines] (fortifications: trench or rampart)
noun
[UK: laɪn]
[US: ˈlaɪn]

loopgraafsubstantief
{m} {f}

line [lines] (geography: circle of latitude or of longitude, as represented on a map)
noun
[UK: laɪn]
[US: ˈlaɪn]

meridiaansubstantief
{m}

line [lines] (geography: equator)
noun
[UK: laɪn]
[US: ˈlaɪn]

evenaarsubstantief
{m}

line [lines] (geometry: continuous finite segment of such a figure)
noun
[UK: laɪn]
[US: ˈlaɪn]

lijnstuksubstantief
{n}

line [lines] (graph theory: edge of a graph)
noun
[UK: laɪn]
[US: ˈlaɪn]

kant [kanten]substantief
{m}

line [lines] (letter, written form of communication)
noun
[UK: laɪn]
[US: ˈlaɪn]

briefsubstantief
{m}

line [lines] (lineament; feature; figure)
noun
[UK: laɪn]
[US: ˈlaɪn]

kenmerksubstantief
{n}

line [lines] (long tape, or a narrow ribbon of steel, etc., marked with subdivisions, as feet and inches, for measuring; a tapeline)
noun
[UK: laɪn]
[US: ˈlaɪn]

meetlatsubstantief
{f}

line [lines] (music: one of the straight horizontal and parallel prolonged strokes on and between which the notes are placed)
noun
[UK: laɪn]
[US: ˈlaɪn]

regelsubstantief
{m}

line [lined, lining, lines] (of a dog: impregnate)
verb
[UK: laɪn]
[US: ˈlaɪn]

dekkenwerkwoord

line [lines] (path through two or more points, threadlike mark)
noun
[UK: laɪn]
[US: ˈlaɪn]

rechtesubstantief
{f}

streepsubstantief
{f}

line [lines] (poetic: verse)
noun
[UK: laɪn]
[US: ˈlaɪn]

stanzasubstantief
{f}

verssubstantief
{n}

line [lines] (products or services sold by a business, or the business itself)
noun
[UK: laɪn]
[US: ˈlaɪn]

aanbodsubstantief
{n}

gammasubstantief
{n}

maatschappijsubstantief
{f}

productlijnsubstantief
{f}

line [lines] (rope, cord, or string)
noun
[UK: laɪn]
[US: ˈlaɪn]

lijnsubstantief
{f}

touwsubstantief
{n}

line [lines] (straight sequence of people, queue)
noun
[UK: laɪn]
[US: ˈlaɪn]

filesubstantief
{f}

rijsubstantief
{f}

line [lines] (telephone or network connection)
noun
[UK: laɪn]
[US: ˈlaɪn]

aansluitingsubstantief
{f}

verbindingsubstantief
{f}

line [lines] (threadlike crease marking the face or the hand; hence, characteristic mark)
noun
[UK: laɪn]
[US: ˈlaɪn]

rimpelsubstantief
{m}

line [lined, lining, lines] (to fill or supply, as a purse with money)
verb
[UK: laɪn]
[US: ˈlaɪn]

vullenwerkwoord

line [lined, lining, lines] (to mark with a line)
verb
[UK: laɪn]
[US: ˈlaɪn]

tekenenwerkwoord

van lijnen voorzienwerkwoord

line [lined, lining, lines] (to place (objects) into a line)
verb
[UK: laɪn]
[US: ˈlaɪn]

opstellenwerkwoord

uitlijnenwerkwoord

12