Engels-Nederlands woordenboek »

late betekenis in Nederlands

EngelsNederlands
slate (bluish-grey/gray like slate, see also: slate blue; slate gray; blue-gray)
adjective
[UK: sleɪt]
[US: sˈleɪt]

leigrijsbijvoeglijk naamwoord

slate [slated, slating, slates] (criticise/criticize harshly)
verb
[UK: sleɪt]
[US: sˈleɪt]

afmakenwerkwoord

met de grond gelijk makenwerkwoord

slate [slates] (list of candidates for an election)
noun
[UK: sleɪt]
[US: sˈleɪt]

kandidatenlijstsubstantief
{f}

slate [slates] (record of money owed)
noun
[UK: sleɪt]
[US: sˈleɪt]

bonsubstantief

poefsubstantief
{f}

slate [slates] (rock)
noun
[UK: sleɪt]
[US: sˈleɪt]

lei [leien]substantief
{n}

leisteensubstantief
{n}

slate [slated, slating, slates] (schedule)
verb
[UK: sleɪt]
[US: sˈleɪt]

plannenwerkwoord

vastleggen opwerkwoord

voorwerkwoord

slate [slates] (sheet of slate for writing on)
noun
[UK: sleɪt]
[US: sˈleɪt]

schoolbordsubstantief
{n}

somnambulate (to walk while sleeping)
verb

slaapwandelenwerkwoord

sooner or later (set phrase; eventually)
adverb
[UK: ˈsuː.nə(r) ɔː(r) ˈleɪ.tə(r)]
[US: ˈsuː.nər ɔːr ˈleɪ.tər]

vroeg of laatbijwoord

sorry I'm late phrase
[UK: ˈsɒ.ri aɪm leɪt]
[US: ˈsɑː.ri ˈaɪm ˈleɪt]

sorry dat ik laat benphrase

speculate [speculated, speculating, speculates] (to make a risky trade)
verb
[UK: ˈspe.kjʊ.leɪt]
[US: ˈspe.kjə.ˌlet]

speculerenwerkwoord

speculate [speculated, speculating, speculates] (to make an inference based on inconclusive evidence)
verb
[UK: ˈspe.kjʊ.leɪt]
[US: ˈspe.kjə.ˌlet]

vermoedenwerkwoord

stay up late verb
[UK: steɪ ʌp leɪt]
[US: ˈsteɪ ʌp ˈleɪt]

nachtbrakenwerkwoord

stimulate [stimulated, stimulating, stimulates] (to encourage into action)
verb
[UK: ˈstɪ.mjʊ.leɪt]
[US: ˈstɪ.mjə.ˌlet]

aansporenwerkwoord

prikkelenwerkwoord

stimulerenwerkwoord

stipulate [stipulated, stipulating, stipulates] (to require as a condition of a contract or agreement)
verb
[UK: ˈstɪ.pjʊ.leɪt]
[US: ˈstɪ.pjə.ˌlet]

bedingenwerkwoord

stipulerenwerkwoord

stipulate [stipulated, stipulating, stipulates] (to specify, promise or guarantee something in an agreement)
verb
[UK: ˈstɪ.pjʊ.leɪt]
[US: ˈstɪ.pjə.ˌlet]

garanderenwerkwoord

tectonic plate (large piece of Earth's lithosphere)
noun
[UK: tek.ˈtɒ.nɪk pleɪt]
[US: tek.ˈtɑː.nɪk ˈpleɪt]

tektonische plaatsubstantief
{f}

template [templates] (object-oriented programming: partially defined class/function)
noun
[UK: ˈtem.plɪt]
[US: ˈtem.plət]

templatesubstantief

template [templates] (physical object)
noun
[UK: ˈtem.plɪt]
[US: ˈtem.plət]

malplaatjesubstantief
{n}

sjabloonsubstantief
{n}

translate [translated, translating, translates] (to change spoken words or written text from one language to another)
verb
[UK: trænz.ˈleɪt]
[US: trænz.ˈleɪt]

overzettenwerkwoord

vertalenwerkwoord

translate [translated, translating, translates] (to express spoken words or written text in a different way in the same language)
verb
[UK: trænz.ˈleɪt]
[US: trænz.ˈleɪt]

hertalenwerkwoord

translate [translated, translating, translates] (to transform (a geometric figure or space) by moving every point by the same distance in a given direction)
verb
[UK: trænz.ˈleɪt]
[US: trænz.ˈleɪt]

verschuivenwerkwoord

ululate (to howl loudly)
verb
[UK: ˈjuː.ljʊ.leɪt]
[US: ˈə.ljə.let]

ululerenwerkwoord

underpopulated adjective
[UK: ˌʌn.də.ˈpɒ.pjʊ.leɪ.tɪd]
[US: ˌʌn.də.ˈpɒ.pjʊ.leɪ.tɪd]

onderbevolktbijvoeglijk naamwoord

undulate [undulated, undulating, undulates] verb
[UK: ˈʌn.djʊ.leɪt]
[US: ˈʌn.dʒə.ˌlet]

golvenwerkwoord

undulated antshrike (bird)
noun

marmermierklauwiersubstantief

ungulate (having hooves)
adjective
[UK: ˈʌŋ.ɡjʊ.lət]
[US: ˈʌŋ.ɡjʊ.lət]

gehoefdbijvoeglijk naamwoord

ungulate [ungulates] (hooved mammal)
noun
[UK: ˈʌŋ.ɡjʊ.lət]
[US: ˈʌŋ.ɡjʊ.lət]

hoefdiersubstantief
{n}

unilateral (done by one side only)
adjective
[UK: ˌjuː.nɪ.ˈlæ.trəl]
[US: ˌjuː.nə.ˈlæ.tə.rəl]

eenzijdigbijvoeglijk naamwoord

untranslated (not translated; in the original language)
adjective
[UK: ˌʌntrænsˈleɪtɪd ]
[US: ʌntrænˈzleɪtəd ]

onvertaaldbijvoeglijk naamwoord

5678

Zoek geschiedenis