Engels-Nederlands woordenboek »

judgment betekenis in Nederlands

EngelsNederlands
judgment [judgments] (act of judging)
noun
[UK: ˈdʒʌdʒ.mənt]
[US: ˈdʒʌdʒ.mənt]

oordeelsubstantief
{n}

judgment [judgments] (conclusion or result of judging)
noun
[UK: ˈdʒʌdʒ.mənt]
[US: ˈdʒʌdʒ.mənt]

uitspraaksubstantief
{m} {f}

veroordelingsubstantief
{f}

vonnissubstantief
{n}

judgment [judgments] (power or faculty of making a judgment)
noun
[UK: ˈdʒʌdʒ.mənt]
[US: ˈdʒʌdʒ.mənt]

gezond oordeelsubstantief
{n}

judgmental adjective
[UK: dʒʌʤ.ˈmen.tl̩]
[US: dʒʌʤ.ˈmen.tl̩]

bevooroordeeldbijvoeglijk naamwoord

subjectiefbijvoeglijk naamwoord

vooringenomenbijvoeglijk naamwoord

Last Judgment (judgment day)
proper noun

laatste oordeeleigennam
{n}

value judgment (judgment)
noun

waardeoordeelsubstantief
{n}