fun betekenis in Nederlands
| Engels | Nederlands |
|---|---|
| funereal (relating to a funeral) adjective [UK: fjuː.ˈnɪə.rɪəl] [US: fjuː.ˈnɪə.rɪəl] | begrafenis-bijvoeglijk naamwoord |
| fungus [fungi] (any member of the kingdom Fungi) noun [UK: ˈfʌŋ.ɡəs] [US: ˈfʌŋ.ɡəs] | zwamsubstantief |
| fungible (able to be substituted for something of equal value) adjective [UK: ˈfən.dʒə.bəl] [US: ˈfən.dʒə.bəl] | fungibelbijvoeglijk naamwoord vervangbaarbijvoeglijk naamwoord |
| fungicidal (having the ability to destroy or control fungus) adjective [UK: fˌʌŋɡɪsˈaɪdəl] [US: fˌʌŋɡɪsˈaɪdəl] | schimmeldodendbijvoeglijk naamwoord |
| fungicide [fungicides] (substance used to kill fungus) noun [UK: ˈfʌn.dʒɪ.saɪd] [US: ˈfʌn.dʒə.ˌsaɪd] | fungicidesubstantief |
| funicular [funiculars] (rail transit system) noun [UK: fjuː.ˈnɪ.kjʊ.lə(r)] [US: fjuː.ˈnɪ.kjʊ.lər] | funiculairesubstantief kabelbaansubstantief kabelspoorbaansubstantief |
| funnel (to direct (money or resources)) verb [UK: ˈfʌn.l̩] [US: ˈfʌn.l̩] | geld doen circulerenwerkwoord |
| funnel (to proceed through a narrow gap or passageway akin to a funnel) verb [UK: ˈfʌn.l̩] [US: ˈfʌn.l̩] | door een kleiner opening voerenwerkwoord kanaliserenwerkwoord |
| funnel (to use a funnel) verb [UK: ˈfʌn.l̩] [US: ˈfʌn.l̩] | door een trechter gietenwerkwoord |
| funnel [funnels] (utensil used to guide poured liquids) noun [UK: ˈfʌn.l̩] [US: ˈfʌn.l̩] | trechtersubstantief |
| funny [funnier, funniest] (amusing; comical) adjective [UK: ˈfʌ.ni] [US: ˈfʌ.ni] | geinigbijvoeglijk naamwoord grappigbijvoeglijk naamwoord komiekbijvoeglijk naamwoord |
| funny [funnier, funniest] (strange; unusual) adjective [UK: ˈfʌ.ni] [US: ˈfʌ.ni] | bizarbijvoeglijk naamwoord eigenaardigbijvoeglijk naamwoord merkwaardigbijvoeglijk naamwoord raarbijvoeglijk naamwoord vreemdbijvoeglijk naamwoord zeldzaambijvoeglijk naamwoord |
| funny (joke) noun [UK: ˈfʌ.ni] [US: ˈfʌ.ni] | grapsubstantief grolsubstantief mopsubstantief |
| funny bone (nerve) noun | stroombotjesubstantief telefoonbotjesubstantief |
| funny bone (sense of humor) noun | lachspierensubstantief |
| defunct (deceased) adjective [UK: dɪ.ˈfʌŋkt] [US: də.ˈfəŋkt] | gestorvenbijvoeglijk naamwoord overledenbijvoeglijk naamwoord |
| defunct (no longer in use) adjective [UK: dɪ.ˈfʌŋkt] [US: də.ˈfəŋkt] | buiten gebruikbijvoeglijk naamwoord buiten werkingbijvoeglijk naamwoord |
| dysfunctional (functioning incorrectly or abnormally) adjective [UK: dɪs.ˈfʌŋk.ʃn̩əl] [US: ˌdɪs.ˈfəŋk.ʃn̩əl] | dysfunctioneelbijvoeglijk naamwoord dysfunctionelebijvoeglijk naamwoord |
| erectile dysfunction noun | erectiestoornissubstantief |
| Green's function (function used to analyse differential equations) noun | Greense functiesubstantief |
| have fun (enjoy oneself) verb [UK: həv fʌn] [US: həv ˈfən] | lol makenwerkwoord |
| have fun (wish someone a good time) interjection [UK: həv fʌn] [US: həv ˈfən] | veel plezierinterjection |
| health fund (A not-for-profit or a public health insurance company) noun | ziekenfondssubstantief |
